Hoe Stok Vanheette aan zijn galgejongen kwam
Op blz. 63 van Biekorf '56 schrijft L. Defraeye over Jan de Zerewever die, naar men zei, een galgejoeng bezat. Ik weet niet of de naam galgejong veel voorkomt maar mijns inziens is de tussen haakjes aangehaalde uitleg als zou dit ‘talisman’ betekenen niet helemaal juist. Niet overal werd het bezitten van een galgejoeng aangenomen als zijnde een talisman, tot staving waarvan hieronder een verhaal dat ik optekende te Hertsberge in 1947. Ik hoorde het daar van Rosalie Vermeulen (geb. dec. 1856) die toen nog altijd de zondagvoormiddag bij mijn ‘metje’ kwam om heur haar te laten kammen en vlechten, en die jammer genoeg de honderd jaar slechts op enkele maanden miste (gestorven juni '56).
‘Stok Van Heette was eens te Wingene op de markt en hij had geen zakdoek bij. Plots ziet hij daar een boer bij wie een schone rode bollekens-zakdoek met een tip uit de vestzak hing. Zonder na te denken trekt Stok die zakdoek uit en wil er zijn neus in snuiten maar wat zag hij? Er zaten twee galgejongen in. Dan pas herinnerde hij zich dat men vroeger altijd vertelde dat men samen met gestolen goed altijd in het bezit kwam van galgejongen. En dit bezit was bijlange geen plezier. Die galgejongen waren geweldig veeleisend. Ze wilden slechts gevoed worden met levend mensenbloed. Daarom moest men ze iedere dag van zijn eigen bloed te eten geven. Men kon er ook slechts van af geraken als het gestolene zelf werd ontstolen. Hoe Stok van zijn galgejongen is afgeraakt wist Rosalie niet te vertellen, maar Stien, haar man zaliger, had ze dikwijls gezien, dus moet hij er maar moeilijk vanaf zijn geraakt.’
Rosalie was op dat ogenblik nog goed bij verstand, dat is ze trouwens gebleven tot kort voor haar dood. Staande was ze ook nog genoeg, want ik kan ze mij moeilijk anders herinneren dan op wandel langs de Vossebergen of in de Molleree, om hout of mastappels te rapen. Zo is ze gebleven tot ze bijna 99 was. Daarna is stillekesaan de achteruitgang gekomen, hoewel ze zich nog wel eens op de baan riskeerde.
Misschien is er wel iemand die beter op de hoogte is van galgejongen en deze tegenstellingen kan op punt stellen.
Desmet S.