Biekorf. Jaargang 54
(1953)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |
AllerzielenOp vele dorpen, en ook te Dudzele, is het gebruik nog in zwang van met Allerzielen, als de dienst gedaan is, al biddend en in processie rond het kerkhof te gaan. Pastoor Pillen zaliger ging ook samen met zijn parochianen gaan lezen ‘op het laatste graf’, dat is de rustplaats van de laatst overleden persoon die, om het met de woorden van de catechismus te zeggen, tot de jaren van discretie was gekomen. Die processie is een oude gewoonte, want Heer Lenaert Loufhoghe ‘presbytre en prochypape’ die stierf te Dudzele in 1527 schenkt huis en land ‘Cleen pronckeburch’ genaamd, en gelegen in de ‘Ooststraete’ (tegenwoordige Pastorijstraat), aan het ‘commun’ of het koor van de kerk van Dudzele. Daarvoor moet het commun een jaargetijde doen en na de mis moesten de priesters ‘processije draeghen naer cusstume ghelijc up alderzielendach, ende als de processije incomen es binder kercke, zo zalmen zynghen de antifona Media Vita met de vaerssekins voor de coorduere ende voor thelich cruusse up den doccael hanghende’.Ga naar voetnoot(1) Hier of daar verre te lande zijn er nog wel hofsteden te vinden waar dat men 's avonds vóór Allerzielen bijschuift rond de stove, om te lezen voor de zieltjes. De stove staat in den heerd waar dat vroeger de klompen hout lagen te laaien. Nu zit de buize geschoven in het met Boomse klompjes bijgematste Franse schouwtje en de pot is één bolle vier. ‘Den electriek’ moet nog niet branden, want op den vloer ligt een hoop zand gesmeten en daarin staan de keersen te branden leder ziele heeft zijn keerse gekregen: Vader en moeder zaliger, tante Mietje, nonkel Ko en hier of daar een nichte of een kozen. Men vergeet ook niet een keersje er bij te zetten voor de verlatenste ziele van 't vagevier en voor | |
[pagina 222]
| |
deze die dichtst bij den hemel zit. Nu begint de boerin de paternoster te lezen, een geslegen uur aan een stuk, of nog langer, tot de keersen uitgebrand zijn. Vroeger tijd zaten allen geknield op den eerden vloer. Van voren zat de boer en de bazin, er achter hun kinders, en dan de grote maarte en de kleine maarte, de peerdeknechten, de koeiers en de schaper. Maar 't gebeurde nogal dikwijls dat de laatste kategorie nog niet thuis was. Als de paternoster gedaan was las men de litanie van de gelovige zielen. De dag van vandage kopen de mensen over 't algemeen een doos keersen in de winkel en geven opdracht deze in de kerk af te geven om voor de zielen te branden. Dit alles voor Dudzele. Te Brugge, waar tot vóór enkele jaren hier en daar nog keersen op de graven stonden te branden, worden deze nu in de kapel van het stedelijk kerkhof ontstoken, In de streek van de vette bilken, ginder langs de kanten van Houtave. Nieuwmunster en omliggende, werd vroeger met Allerheiligen de endeklokke geluid van achter 't officie tot negen uur 's avonds. In die dorpen was het ook gewoonte dat de jonkheden, en ook soms getrouwde mannen, elk hun part gingen luiden, een half uur of een kwart, volgens dat 't nodig was. Het veelstemmig lied van de endeklokken, dat eertijds uren lang over het blakke blote galmde, is thans uitgestorven. A.M. |
|