knieën. Ik heb het nooit in andere zin horen gebruiken. De meulenaars en bakkers pakken de meelzakken op de knieën en op de schouders.
Om de knechtjongens op de proef te stellen: ze moesten bakten kunnen dragen. Anders worden ze voor wekelingen en meisjongens uitgelachen.
Barze. Te Knokke: een dikke barze is een dik, struis vrouwmens. Komt waarschijnlijk niet van baars (vis) maar van het frans barge (platboomd, breed rivierschip). Het woord moet dus van elders komen. Waar nog gebruikt?
Goeze (korte oe!) Te Knokke is een dikke goeze een dik, vet, vuil vrouwmens. Komt niet van goes = gans (hier is de oe klank lang!) maar over gozze uit gorze (bij De Bo) dat bij de oude stam gor, goor (vuil) thuis hoort.
Berrewulf en Beddewulf (Veurne-Ambacht): een soort spook om de kinderen bang te maken. Misvorming van weerwolf. Beddewulf alleen in de kindertaal.
Bedorveling (Poperinge en omgeving): is een koe die te vroeg bevrucht is en dus als jaarling zal kalven. Hoe wordt zo'n koe elders genoemd?
Beesten in de neuze (Dudzele): zijn brokken vuil in de neuze.(Kindertaal)
Biefstik: voorbeeld van onderlinge hulpveerdigheid te Knokke: ‘ik gaan min biefstik in joen beuter braân, ton meug je gi joun boeljon in min soepe koken’. Commentaar overbodig!
Bikke, uitspraak: bi'e (dus met stembandocclusief tussen de twee klinkers). Betekent: een beetje.(Knokke, Westkapelle).
('t Vervolgt).
Jozef De Langhe