C. Loontiens. Les derniers moulins à vent dans l'arrondissement d'Ostende. Oostende, 1939, 68 blz. met 7 linos van R. Buys.
Windmolens en zeilschepen, die sedert eeuwen de goedkoopste krachtbron gebruikten, zijn aan het verdwijnen. Het snelle tempo van het moderne leven verdringt deze oude, maar trage overblijfsels uit het verleden, die zooveel bijdroegen tot de schoonheid van het landschap en van de zee.
De verdienstelijke stadsbibliothecaris van Oostende heeft, in zijn arrondissement, een onderzoek ingesteld naar de nog bestaande windmolens. Hij heeft er nog twee en twintig gevonden waarvan er nog vijftien draaien; daaronder zijn er twee die nieuwe wieken hebben van het verbeterd model uitgevonden door den Nederlandschen ingenieur Dekker, waardoor ze met veel zwakker wind kunnen draaien dan tot nog toe het geval was.
Overal heeft Schrijver inlichtingen ingewonnen bij molenaars over den toestand in het molenbedrijf.
Vele molens hebben geen wind genoeg omdat er te dicht gebouwd werd. Maar de grootste oorzaak van de verdwijning is de mededinging van de groote maalderijen; bijna al de molenaars zagen zich verplicht een motor te koopen om ook te kunnen malen bij windstilte: wanneer nu de windmolen groote herstellingen vraagt, schrikt men terug voor de hooge kosten, met de motor alleen wordt voortgewerkt en de windmolen vervalt en verdwijnt.
Dit kort werkje is een zeer gedocumenteerde bijdrage tot het treurig windmolenvraagstuk in onze gewesten.
J.D.S.