Biekorf. Jaargang 44
(1938)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Briefwisseling van Pater Verbiest.IN de Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis werd zooeven de briefwisseling van Pater Ferdinand Verbiest uitgegevenGa naar voetnoot(1). Deze verzameling bevat tachtig brieven door den beroemden zendeling geschreven of aan hem gericht, van 11 Februari 1645 tot 16 November 1688. | |
[pagina 223]
| |
Pater Verbiest werd geboren te Pittem op 29 October 1623. In 1641 trad hij te Mechelen in het noviciaat van de Jezuïetenorde. In 1656 scheepte hij in te Genua met twaalf andere paters, om naar Lissabon te varen en vandaar China te bereiken; hun Hollandsch schip werd door een Fransche kaper overmeesterd en de paters werden als gijzelaars naar Frankrijk gebracht; ze konden er echter ontvluchten en naar Italië terugkeeren. In 1657 vertrok Pater Verbiest uit Lissabon en kwam op 17 Juli 1658 te MacaoGa naar voetnoot(1) aan. De verbindingen tusschen Europa en China vergden toen veel tijd: Een brief uit China verzonden in Oktober 1689, vertrok in December daarna uit Macao en bereikte GoaGa naar voetnoot(2) in Maart 1690; de brief bleef er liggen tot in Januari 1691 wanneer een schip afvaarde naar Lissabon, waar het in September toekwam. Het duurde toen nog enkele weken vooraleer de brief ter bestemming kwam. Het antwoord werd verzonden uit Lissabon in April 1692 en kwam in het najaar te Goa toe, vanwaar het in April 1693 naar Macao verzonden werd, om er drie maanden later toe te komen, en verder naar den bestemmeling gezonden te worden. Tusschen het verzenden van een brief uit China en de aankomst van het antwoord aldaar, verliepen er vier jaar. In 1658 werd Pater Verbiest als zendeling gezonden naar Si-ngan-foeGa naar voetnoot(3), waar hij slechts enkele maanden verbleef, want op 9 Mei 1660 werd hij door den keizer naar Peking geroepen, als hulp van zijn medepater Schall, die er bestuurder was van het keizerlijk observatorium. Deze pater overleed in 1666 en Pater Verbiest werd in 1669 door keizer Kang-hi tot bestuurder van het observatorium benoemd. | |
[pagina 224]
| |
In 1682 moest hij medetrekken met het gevolg van den keizer, toen deze een veldtocht ondernam in Mandsjoerije; de reis ging naar Moukden, Kirin en Oe-la-kai, op de Sungari, een bijrivier van den Amoerstroom. Het volgende jaar moest Pater Verbiest opnieuw deelnemen aan den keizerlijken veldtocht, ditmaal naar West-Tartarije. Pater Verbiest overleed te Peking op 28 Januari 1688. De Chineesche naam van Pater Verbiest was Nan Hoai-Jen (Ferdinand Goed-Hart). In 1913 werd in zijn geboortedorp Pittem een bronzen standbeeld ingehuldigd, dat Pater Verbiest voorstelt als mandarijn. Dit beeld is van de hand van graaf Jacques de Lalaing. Een ouder beeld van Pater Verbiest als mandarijn, dat weinig gekend is, en waarvan we hier een foto gevenGa naar voetnoot(1), werd in 1772 vervaardigd door den Brugschen beeldhouwer Pieter Pepers (1730-1785). Het wordt bewaard in het park van het kasteel Royghem of BisschopskasteelGa naar voetnoot(2) te St. Kruis op de wijk Doornhut. J.D.S. Hierachter geven we een uittreksel van den Vlaamschen brief van Pater Verbiest, van 5 Juli 1660, waarin hij zijn reis verhaalt van Si-ngan-foe naar Peking, waar hij door den keizer beroepen wasGa naar voetnoot(3). | |
Brief van Pater Verbiest......... Den 9 Mey ben ick vertrocken uyt de stadt Si-ngan fou, ghedraghen zijnde in eene litiere met muylen. Nochtans in de stadt, ende een mijle daer buyten, sat ick te peerde: twintigh ende meer ruyters vergeselschapten mij, zijnde een deel chris- | |
[pagina 225]
| |
tenen, een deel heydenden, onder de welcke oock waren eenighe bloedt-ghewanten van den Vice-Roy selve, een van dien heeft mij vergheselschapt tot Pekin toe. Vele christenen gaende processie-ghewijs over weer-sijden vande strate, ginghen een deel vooruyt, een deel achter, een mijle weeghs. Op verscheyden plaetsen stonden vespereyen ghereedt. Dit is altemael gheschiedt onder een Vice-Roy die gheensins onsen vriendt en is ende nu, ter oorsake van sijne gheldt-gierigheydt, ghevanghen zijnde, wordt gheboeydt gheleydt naer Pekin. Voor, op mijne litiere, ende op al mijne packen stondt met groote letters, ende op root papier geschreven desen titel: Den seer gheleerden Doctoor Ferdinandus, van den Koningh gheroepen. Door wat steden dat ick ghepasseert ben, hebben de Gouverneurs tot op de uyterste palen van hun ghebiedt, mij te ghemoete ghesonden acht oft thien ruyters, met vendels, trompetten en trommels ende cymbalen, de welcke soo sij quamen in 't ghesicht van de litiere, spronghen van hunne peerden, vielen op hunne knien, boogden de hoofden samen met de vendels, tot de aerde toe, riepen luydt uyt, ende wenschten mij veel ghelucks, van weghen hunne stadt, over mijne aenkomste. Ende dan wederom springhende op hunne peerden, marcheerden voor de litiere tusschen het gheklanck van de trompetten, ende andere vele instrumenten, ende leyden mij alsoo in ende door de stadt. Maer in elcke stadt quam mij den Gouverneur selve in 't ghemoedt een weynich buyten de stadt, oft sondt sijnen secretaris om mij t'ontfanghen, en te willekomen. In den ingangh van de meeste steden wierden drij grove gheschutten losghebrandt, ende de heele stadt liep te hoope. Al het selve gheschiedde in mijner uytgangh. Op dese maniere ben ick ghepasseert door vijf-en-dertich steden, ende naer dat ick een volle maendt hadde op de reyse gheweest, ben ick ten laetsten ghekomen binnen de Koninklijke stadt van Pekin, op den 9 Junii. |
|