Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |
Verrijzenis des Heeren, of liever: de Nederlaag van Christus' vijanden, het goddelijke Vonnis over de schijnbare overwin-naars van ‘Het Geding van Onze Heer’ voltrokken in hct zegevierend Alleluia van den Verrezene. P. Mortier heeft de stof van het Evangelie-verhaal omgezet in een drama van boeieude spelbeweging en hooge, volgehouden zielkundige spanning. Der menschen driften en fijnzinnige berekeningen sluipen rond en loopen storm tegen de ongeziene, maar alles overheerschende macht van den gekruisten en verrijzenden Zaligmaker. Een Verdienste die wel in 't bijzonder mag vermeld worden, 't is dat de Schrijver nooit de geschiedkundige juistheid en waarschijnlijkheid aan loutere eigen inbeelding en tooneelmatige schikking ten offer brengt. Zijn groote belezenheid en diepe voorstudie lieten hem toe, al de opwerpingen van de ongeloovigen tegen het groote mysterie der Verrijzenis dramatisch in te kleeden en dramatisch te beantwoorden, en alzoo den Gekruiste in zijn Joodsche tegenstanders te doen triomfeeren over de aanvallen zijner belagers tot in de jongste tijden toe. Dit stuk is een stoute en grootsche poging, die met onbetwistbaar welslagen is bekroond. Onze groote Vlaamsche tooneelgilden moeten en zullen zorgen voor de waardige opvoering van dit kunstwerk dat den toeschouwer tevèns aangrijpen en stiebten zal. B. | |
Graaf Louis de Lichtervelde. Overwegingen voor het Eeuwfeest. Antwerpen, Maatschappij ‘Voor God en 't Volk’ 1931. In-8o, 108 blz. = Fr. 9.Graaf de Lichtervelde overziet, van zijn eigen standpunt uit, de laatste eeuw onzer vaderlandsche geschiedenis, beoordeelt van daaruit den hedéndaagschen toestand en trekt uit die ernstige overweging voornemens voor de toekomst. 't Is een oprecht gewetensonderzoek, wiens besluiten de daden van morgen moeten bevruchten. De beschouwingen van den Sehr, zijn gebouwd op geschiedkundige feiten en zelfs degene die zijne opvatting en uitlegging niet kunnen deelen, zullen nut trekken uit de oordeelkundige werkwijze waarop de stof is bewerkt en ontleed. Hier vinden we diezelfde voortreffelijke gave als in Schrijvers befaamde werken over onze twee eerste koningen. Moge in een volgenden druk de vertaling, die in ai te stroef en dikwijls onnauwkeurig Vlaamsch is gesteld, grondig herzien worden en meer eere aandoen aan de sierlijke taal van de oorspronkelijke Fransche uitgave. B. | |
[pagina 222]
| |
L. Defraeye. Geschiedenis van Deerlijk. Deerlijk, Deleersnyder, 1931. In-8o, 24 bl.L.D. is een neerstige zoeker die geerne aan anderen mededeelt wat hij vindt. Deze bladzijden bevatten eenige aanvullingen bij wat hij vroeger schreef over de Kapel van O.L. Vrouw ter Ruste; wetensweerdigheden over de aloude bedevaart van Deerlijk naar de H. Moeder Anna te Bottelaere; ten slotte al wat hij kon vergaren over de Sint Rochuskapellen, veldkapellen en heiligenbeelden van zijn parochie. Los maar verdienstelijk opstel; stoffe die, besnoeid en geschift, hoofdstukken zal leveren voor de Geschiedenis van Deerlijk door Schr. ontworpen. V. |
|