Biekorf. Jaargang 37(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende ‘Laudaten’ Aan den Heer Aug. Delbaere bij zijn diamanten jubileum als Laudaat. Laudaten is een aardig zeggen, Laudate, 't werkwoord, heeft meer zin. En toch is Kortrijk 't woord genegen en vindt er veel' gepastheid in. Laudaten, 't zijn zijn' beste burgers die, in de kerk of langs de baan, met vlammend licht en vlammend herte, rond 't Sacrament des Autaars gaan. Als Christus in het Brood gaat dalen en bloeden in den Missewijn, dan knielen zij op de Autaartrappen om dichtst van al bij Hem te zijn. Als Christus dóór de kerke wandelt en zegenend de ronde doet, dan sluiten zij, als wacht van eere, den beêgang en den Hostiestoet. Als Christus, in Processiedagen, als Vorst komt op een kleed van groen, dan zijn ze dáár weêr, de Laudaten, als ridders van het Gods blazoen. [pagina 125] [p. 125] Als Christus bij de zieken nadert en Voedsel wordt op 't lijdénsbed, dan straalt, als zinnebeeld der hope, hun licht en dauwt hun troostgebed... Kan 't anders dat hun herte zelve een levend Tabernakel word' wanneer zóó dikwijls, van zóó dichte, de Heer zijn' weêrglans in hen stort?... Gij vangt dien weêrglans, Heer Delbaere, sinds zooveel' jaren in uw' ziel en 'k weet niet of er wel een ziel was waarin die weêrglans dieper viel. 't Was zichtbaar als ge naast Hem knieldet diep-buigend op den Autaartrap; 't was zichtbaar als ge naast Hem staptet met eerbied in den tragen stap; 't was zichtbaar aan uw' ooge en houding en 't stille preevlen van uw' mond dat God aanhoudend - nooit iets anders - in 't diepste uwer gedachten stond... En zeggen dat het zestig jaar is, nog tien jaar meer dan half een eeuw, dat gij 't flambeeuw draagt der Laudaten en zelve zijt een Gods-flambeeuw! En zeggen, goede Heer Delbaere, dat, buiten plechtigheid en stoet. gij sedert meer dan tachtig jaren Laudaat zijt en God eer aan doet!... ......... Ja, als ge éénsdaags aan 's Hemels poorte met uitgebrand flambeeuw zult staan, zal de englenwacht haar licht ontsteken en als Laudaten naast U gaan in stoete naar den God des Autaars Die om uwe vrome levensdaad, U zeggen zal: Zit aan mijn zijde, 'k en had nog nooit zulk een Laudaat! Jos. Vanden Berghe. Vorige Volgende