De oorlog in Dickebusch en omstreken
(Vervolg van B. 1924, bl. 286).
1915. Woensdag, 27n in Nieuwjaarmaand. Verjaardag van Willem, den Keizer. De Duitschers hebben gisteren een aanval bepoogd, maar zonder te lukken. Heel den nacht, gansch den dag, hevig gebommel; tegen den avond gaat het met 't roer.
Aan 't hooren zijn, te voormiddag, 300 duitsche gevangenen door Vlamertinghe heengetrokken. Ben er geweest: daar zijn 't nog de Franschen, 't XXe.
Het weder komt open, de wegen droogen.
28n. Vorst. Bommen tusschen Claeys' en Storm's. 's Achtermiddags een brand bij Verschoore's kasteel.
29n. Vrijdag. Vorst. Belle besmeten door vliegers. Vuurmonden staan er thans ook in den Vijverdam langs den steenweg: en nog voor lange, die insgelijks. De-die echter vanaan den Burgemeester's zijn reeds verhuisd.
Ten drie'n na den noene, bezoek van Kardinaal Bourne, aartsbisschop van Westminster. Hem wordt de eere geboôn in de Kerkstraat, door de Ieren. Dan trekken allen de kerk in, die proppende vol loopt. De Alweerdige Man - stille gekleed, in het peersch met zwarten overjas op, en met niets aan zijn priesterhoed; anders alleenlijk vergezeld door een ganschgewoon geestelijke aangedaan als alhier - knielt een wijle voor 't altaar, aanroept dan den h. Patrick, en houdt verder een aanspraak 'n klein 10 minuten, om te zeggen aan de mannen van 't leger (voorzooveel ik versta) van vooral dikwijls te