Biekorf. Jaargang 18(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kloostervrede MET 't blanke kleed in 't weeldrig groen verloren, zoo wandlen monken innig-traag al droomen, terwijl in kloosterlanen 't lentegloren het lieve mijmren zonnig komt vervromen. Oh! verre weg van daar woelt jublend voort vol valsch geluk, de loome driftenwereld; de bloemen balsmen in dit eenzaam oord met frisschen dauw en vrede blij ompereld. Hier zweeft op veedren zacht van englenscharen in zoete wierookgeur de zang der psalmen, als 't reuzlen van de gele korenaren versmelt in vooglenweelde en zomerwalmen. Bij God alleen zoekt biddend rein het hart in boet en leed een rustig welbehagen, en legt den weemoed van zijn liefdesmart in trillend-zoet en wëeig orgelklagen. [pagina 170] [p. 170] 'k Ontvluchte soms des werelds lokkend prangen, in d'enge cel voor Jesus Harte zoet; en 'k waan me een kloosterling die stille zangen bij 't ruischen zingt van rozige avondgloed. 17/3/07 V.v.W. Vorige Volgende