Mingelmare
Een zonderling Verdrag
NU en dan hoort men nog al Dadizeele van iemand, die voor rijk en groot wil doorgaan, spottenderwijze zeggen: ‘Daar hebt ge een heer van Lemecote’.
Eene vrouw, die over alles en altijd het beste wil weten en toch niets en weet, wordt begroet als eene gravin van Veleweters.
Die spreuken zijn gemakkelijk om verstaan en passen wel op hetgeen ze beteekenen moeten. Maar den oorsprong van die spreuken meenen we gevonden te hebben in het verhaal van een oud vrouwken van Dadizeele.
Die vertelling is een verdrag, door eenen notaris ofte deelman opgesteld. Dit verdrag is alleszins eigenaardig en het mededeelen weerd. Jammer is 't dat we met geen gewisheid weten, of het geheel en gansch met het oorspronkelijke overeenkomt.
't Vrouwken immers zei dat al zoo rap en zoo zeer op als haren Onze Vader. En als ik vroeg dat ze het wat trager hadde wiilen opzeggen, ging het bijlange zoo wel niet meer: ze haperde en ze stamelde; en als ik er een tweeden keer naar vroeg, waren er reeds veranderingen bij.
Ik geef het dus zoo getrouw mogelijk volgens het verhaal van dat vrouwken. Aan anderen, die 't beter weten, vragen we te verbeteren en te veranderen, waar het noodig is.
Hier nu het verdrag:
Ik zal pro Deo een contract gaan maken voor die langst leeft of sterft, want ik notaris ben en mij tot die fonctie capabel ken.
In den 9sten en den 11sten knoop (?) der maand, Justekorus voor mij compareerde Bijzerik van dieren, van die hooge, diepe en ondiepe heeren, van die excellente heeren van Lemecote, die vizereren (?) in de puikstad van Willem in persoon.
Zijne vrouw is getrouwd in overvloed;
hertoginne en landsgravinne van strooienhoed;
van de pampoenkernellen - en de vrije (?) eerappeleters;
en 't haar van eenen hond en van de roo randyzen;
het steertje van een zwijn komt nog dikwijls te bijzen;
't en is nog de reste niet, en daarbij een mande met oud kaf;
kinders of geen kinders, en maakt er geen mentie af.
Dit verhaal is sedert lang gekend, want die oude vrouw had het geleerd, als ze nog een kind was, van een man, die op het land bezig was met aardappelen uit te doen.
Vroeger was het wellicht ook meer gekend, want anderen nog in Dadizeele weten over dit verdrag te spreken, dat ze in hunne jongere jaren aangeleerd hebben.
M. De Mier