De Belgische Illustratie. Jaargang 13
(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 353]
| |
[Nummer 45]Calderon de la Barca.Met echt spaanschen luister is op den 25en mei de gedachtenis gevierd van Spanje's grootsten en roemrijksten treurspeldichter, Calderon, wiens overlijden voor twee honderd jaren op dienzelfden datum had plaats gehad. Het was inderdaad eene wereldhulde, wèlke op dien gedenkwaardigen dag aan den ridderlijken dichtervorst werd gebracht; uit alle oorden trouwens waren op uitnoodiging der Spaansche regeering eene talrijke menigte vereerders van Calderon naar Madrid getogen ter bijwoning van de schitterende feesten te zijner eere gegeven. Koning Alphonso zelf presideerde bij verscheidene vergaderingen, waaraan de bloem der europeesche geleerden deelnam en niets liet die vorst onbeproefd om den edelen en onbaatzuchtigen gunsteling van zijner voorzaat, koning Philips IV, te verheerlijken. Wij willen ons bij die grootsche feestviering van 25 mei 11. niet langer ophouden, daar alle bladen er in den laatsten tijd met veel ophef van gewaagd hebben; veeleer wenschen wij in de volgende regelen aan te toonen, dat Calderon die zeldzame onderscheiding en hooge eerbewijzing ruimschoots verdiend heeft. Een leven immers, zij het ook van een vreemdeling, dat een schakel is van edele en verdienstvolle daden; een leven, dat zijn lauweren geteld heeft bij de grijze haren van den man, die het ten einde toe op de eervolste manier geleid heeft, - zulk een leven vraagt onze hoogachting en volle waardeering, vraagt ons een woord van hulde en toewijding af.
calderon de la barca.
Don Pedro Calderon de la Barca was de adellijke zoon uit het ridderlijk geslacht der Barca's van Burgos. Op den len januari 1600 te Madrid geboren, was hij de zoon van Diego Calderon de la Barca Barreda en van Dona Maria de Henao y Ruano. Deze laatste stamde af van een adellijk belgisch geslacht uit Bergen in Henegouwen, zoo dat wij met de geestige opmerking van den hoogeerw. heer J.J. Putman den gevierden spaanschen dichter een Nederlander zouden kunnen noemen, ‘schoon niet van vreemde smetten vrij.’ Na de eerste opvoeding van zijne godvruchtige moeder te hebben genoten, ging Pedro op negenjarigen leeftijd naar het Jesuïeten college te Madrid, waar hij verbleef tot zijn veertiende jaar, toen hij ter wille zijner begaafdheden en buitengewone kennis tot lid der destijds zoo vermaarde hoogeschool van Salamanca werd aangenomen. Reeds voor zijn vertrek naar die universiteit had de jeugdige Pedro het bewijs geleverd van een zeldzaam talent, dat hem in de toekomst de eereplaats onder Spanje's grootste treurspeldichters beloofde; een drama, El Carro del cielo, de Wagen des Hemels genaamd, zijn eersteling, was met den grootsten bijval in Salamanca opgevoerd en ontlokte aan den beroemden tooneeldichtcr Lopet de Vega in lateren tijd de veelbeteekenende uitspraak over dit pas ontloken dichtergenie, ‘dat Pedro Calderon op nog jeugdigen leeftijd reeds met lauwerkransen getooid was, die men anders niet dan op grijze hoofden zag.’ Met de vermeerdering zijner jaren steeg Calderon steeds hooger in aanzien en eer; een altijd hooger vlucht van zijn dichterlijken geest, gepaard aan diens verbazende vruchtbaarheid wekte de bewondering op zijner landgenooten, en de voornaamsten onder dezen stelden den hoogsten prijs op ziine vriendschap. Koning Philips IV, door de Protestantsche nederlandsche schrijvers zoo meêdoogenloos belasterd, wien de bevordering van de kunsten en wetenschappen zijner onderdanen zoo nauw ter harte ging, kon niet lang onkundig blijven van den onverdeelden lof, dien geheel Spanje zijn grootsten dichter toezwaaide. Zelf een geestdriftig minnaar der toneeldichtkunst, verbond de koning Don Pedro Calderon aan zich, overlaadde hem met zijne gunsten en verhief zelfs zijn gunsteling tot ridder van St.-Jago. Bijna uitsluitend schreef Calderon in die jaren toneelstukken, die onder zijne leiding voor Philips en diens hofhouding werden opgevoerd. Het is een onbegonnen taak in deze weinige regelen eene opsomming te doen der talrijke drama's door Calderon uitgegeven; niet minder dan 112 comedias, ongerekend de talooze andere gedichten en de 87 lofzangen op het H. Sacrament des Altaars, die hij in de laatste 30 jaren van zijn leven voltooide, zijn uit de meesterlijke pen van dit ideaal van Spaansche ridderlijkheid en castiliaansche deugd gevloeid. Even moeielijk is het, onder de vele meesterstukken zijner hand de schoonste aan te geven, want uit alle straalt een zelfde zonnegloed, spreekt een zelfde meesterschap over taal en godgeleerdheid, in alles verraadt de dichter een diepe kennis van het menschelijk hart en van maatschappelijke toestanden, terwijl alle getuigen van zijn groot geloof, van zijn strikte rechtvaardigheid en ridderlijke eerlijkheid. El magico prodigioso, de wonderbare toovenaar; El | |
[pagina 354]
| |
alcada de Zalamea, de vrederechter van Zalamea; La devocion de la Cruz, de devotie tot het kruis; zijn eenige parelen uit den onvergankelijken bruidschat, door Calderon in zijne, wij zouden er willen bij voegen, onovertroffen drama's aan zijn dankbaar nageslacht achtergelaten. Met voordacht gewagen wij van deze drie toneelstukken, daar de hoogeerw. heer J.J. Putman, deken van Utrecht, in een reeks van doorwerkte artikelen in het maandschrift Onze Wachter deze en meerdere drama's zoo voortreffelijk uiteengezet en op zoo waardige manier dien roemvollen dichter glansrijk gewroken heeft tegen over de even hatelijke als ondoordachte verklaringen, door den hoogleeraar Opzoomer over gemelde kunstjuweelen gegevenGa naar voetnoot(1). ‘Spanje,’zoo schrijft de hoogeerw. heer Putman in zijn levensschets van Calderon, ‘Spanje was voor zulk een genie een te beperkte kreits. Calderon moest de Pyreneën over... Zoo vele mannen van letterkundigen roem waren onder Spanje's wapperende oorlogsvanen in vreemde landen, onder vreemde volken, nieuwe inspiratiën gaan zoeken; dat voorbeeld wilde hij volgen. Hij vroeg en kreeg een rang in het leger, en ging zijn degen ter beschikking stellen van Philips IV.’ Tien jaren heeft hij met voorbeeldige trouw zijn koning gediend en ruimschoots vergoedde Calderon het gemis van zijn persoon, dat de vorst zoo ongaarne geleden had, door een nieuw, prachtig toneelstuk, dat bij zijn behouden terugkomst te Madrid met de grootste toejuiching werd opgevoerd. Calderon, die zijne dienstjaren hoofdzakelijk in de Vereenigde Provinciën van Nederland had doorgebracht tijdens den tachtigjarigen oorlog, was tegenwoordig geweest bij het beleg en de inname van Breda door den spaanschen generaal Espinola; en het was deze belegering, die Calderon door gemeld toneelstuk heeft vereeuwigd. - El Sitio de Breda, het Beleg van Breda, behoort onder zijne schoonste gewrochten. Had Calderon in zijn korten diensttijd zich zulk een voorbeeld van ridderdeugd getoond, hij zou het weldra voor velen zijner landgenooten eveneens worden van priesterdeugd; - het groot geloof, dat dit dichterlijk genie van kindsbeen aan had bezield en hem steeds de schoonste kleuren en de verhevenste gedachten voor zijne bijna bovenaardsche schilderingen had verschaft, bewoog Calderon, zich op het innigst aan zijn goddelijk Ideaal te verbinden, den dienst van een aardschen koning met dien van den Koning des hemels te verwisselen. Den 9en October van het jaar 1651, dus op 51 jarigen leeftijd, droeg Calderon te Madrid het eerste H. Misoffer op. ‘Gelijk de adelaar,’roept hier in bewondering meergenoemde schrijver uit, ‘op den hoogsten top der Pyreneën de zon in het aangezicht staart, en op eens de breede wieken ontplooiend, in rechte lijn dat schitterend hemellicht te gemoet snelt, zóó Calderon. Zijne naar het hoogste, edelste smachtende ziel verhief zich tot God omhoog.’Waardige kroon die het hoofd van den dichter-priester siert, schooner en heerlijker dan alle lauwerkransen, die hij ooit verwierf! Wij hebben het koning Philips dank te weten, dat Calderon ook in deze nieuwe levensbaan met nieuwe en nog treffender zangen het nageslacht verblijd en gesticht heeft. De nederige priester, die uitsluitend voor God en de H. Kerk wilde leven, had besloten geen enkel gedicht meer te schrijven. De koning, die Calderon op nieuw aan zich verbonden had door hem tot eerekapelaan van zijn paleis te benoemen, verdroot het genomen besluit van zijn boezemvriend. Hij stelde alles in het werk om Calderon te bewegen, zijn gemaakt plan te laten varen, doch tevergeefs. Eerst na lang en rijp beraad en op aanmaning zijner geestelijke overheid besloot de brave priester, nogmaals de hand aan de harp te slaan; maar slechts heilige en goddelijke tonen zouden in het vervolg aan de snaren van zijn kostbaar speeltuig ontspringen. En wien ter eere zou hij zingen, wien anders ter eere dan den verborgen God, dien iederen morgen zijne zuivere handen droegen en hij in zijn hart mocht ontvangen? De autos Sacramentales, gezangen ter eere van het H. Sacrament des Altaars, zijn de echo's van Calderon's groote ziel, die van liefde brandde voor haren God en Zaligmaker in het hoog heilig Sacrament verborgen. Tachtig dezer zangen heeft deze bewonderenswaardige dichter in de dertig jaren van zijn priesterlijk leven geschreven, die alle een onsterfelijken naam verwierven en zoo vele bewijzen waren van de altijd jeugdige en krachtige frischheid van zijn ongeëvenaard dichterlijk genie. Slechts vijftien jaren overleefde Calderon zijn koninklijken weldoener, Philips IV; een en tachtig jaren oud stierf deze edele man, wiens roem zijne deugd evenaarde, die steeds verheven was boven afgunst en vleierij, die groot was als dichter, grooter als mensch, het grootst als priester. Hij werd op zijn uitdrukkelijk verlangen in stillen eerbied, zonder de minste praal of pracht, door de priesters van St.-Petrus Congregatie, waarvan Calderon het hoofd was geweest, in de kerk San Salvador te Madrid begraven. Deze was echter niet de laatste rustplaats van dit verheven genie; nadat hij in 1840 opnieuw in de kerk San-Nicolas was bijgezet, werd andermaal zijn stoffelijk overblijfsel in 1871 naar deSt.-Franciscuskerk met groote pracht overgebrachl, alwaar op 25 mei 11. met schitterenden luister de gedachtenis van zijn tweehonderdjarig afsterven gevierd werd. |
|