[Nummer 49]
In het korenveld.
De twee zusters hebben van den eersten schoonen zomerdag, waarmeê de zon de aarde begunstigt, gebruik gemaakt om een wandeling te doen door de velden rond haars vaders villa.
Met opgetogenheid begroeten zij de wederverschijning der liefelijke sterrenkoningin die zoo lang op zich heeft doen wachten, en de gansche natuur deelt in hare vreugde; de vogels, die door de aanhoudende regens in hunne schuilhoeken gevangen gehouden werden, vliegen lustig door de lucht, juichend en jubelend bij den aanblik van de schitterende zon, en de nederige bloemkens, die verlaten in veld en weide groeiden, heffen hare blaêrkens op om een straal der verkwikkende warmte in te zuigen. Hare vreugde zal van korten duur zijn, want hare schoonheid, hare kleurenpracht heeft de begeerlijkheid der twee jonge dames opgewekt; meêdoogenloos plukken zij ze af om ze tot een tuil bijeen te voegen, die weldra zal prijken op de tafel in de huiskamer der landelijke woning welke zich in 't verschiet verheft.
Het doek, waarnaar deze gravure genomen is, maakt deel uit van de keurige schilderijen-verzameling van onzen uitgever, en is te bezichtigen in het gebouw der Administratie van ons tijdschrift, Boulevard du Nord, 107, te Brussel. Het is een der meesterstukken van den welbekenden Burgers, wiens werken door de gravure en de photographic in Frankrijk en België bij duizenden exemplaren verspreid zijn.
in het korenveld, naar h. burgers.