De Belgische Illustratie. Jaargang 10
(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 394]
| |
tegenover den afgezetten Eduard II niet op eene zeer vorstelijke wijze gedroeg. Zijne oorlogen tegen de Schotten en zijn veldtocht in Frankrijk, de voortdurende binnenlandsche twisten, die meer dan eens een bloedigen afloop hadden, dit alles vorderde van het engelsche volk groote offers, welke de vorst met dezelfde woestheid eischte, als hij zich de kroon op het hoofd gezet had. Daarbij was hij van karakter juist niet wat men edel noemt, en de Engelsche geschiedschrijver Henry geeft een welgelijkend portret van dezen vorst, waar hij zegt: ‘Zijn hoofd was beter dan zijn hart; zijne ontwerpen werden met voorzichtigheid gemaakt en gelukten bijna altijd, al waren zij niet altijd onschuldig en zelden edelmoedig. Geheel zijn streven was de uitgestrektste macht in zijn persoon te vereenigen en om dat doel te bereiken, lette hij niet op hinderpalen, die hem in den weg stonden. Ieverzucht was zijne hoofdondeugd en deze, door eene volksgunst van een enkel oogenblik ondersteund, bracht hem ook op den troon, welken hij onteerde door vele misdaden, zoowel als hij zijn land ten ramp verstrekte. Hij zou een beter en gelukkiger mensch geweest zijn, indien hij nooit koning was geweest.’ Toen hij zijn einde voelde naderen, ontbood hij zijn zoon, den prins van Wallis, bij zich, die met zijn vader in onmin leefde, daar deze hem de populariteit benijdde, welke hem ten deel viel. ‘Welk recht hebt gij op de kroon?’ vroeg hem de stervende koning; ‘uwe vaderen droegen er immers geene!’ ‘Met het zwaard hebt gij haar gewonnen,’ antwoordde de prins, ‘en met het zwaard zal ik haar weten te behouden.’ Door dit antwoord verrast, verzoende de stervende zich met zijn zoon en deze beklom dan ook na den dood zijns vaders den engelschen troon onder den naam van Hendrik V. |
|