Onze premieplaten.
De onderbroken pianoles en het huwelijksaanzoek.
Otto Erdmann kiest het onderwerp zijner schilderstukken bij voorkeur uit het tijdvak van Lodewijk XV, en het moet gezegd worden, dat hij onnavolgbaar is in de voorstelling, zoowel wat de fijnheid der schildering als de getrouwheid der nabootsing betreft, van 't geen de elegante wereld van dien tijd opmerkenswaardigs opleverde: de weelderige salons in rococo-stijl, de onvergelijkelijke markiezinnen en de gepoederde markiezen. Alles is overigens in treffende overeenstemming in zijne schilderijen: draperiën, licht en kleurenspel, - alles vormt een schoon geheel, dat het oog boeit en tevens op eene aangename wijze tot de verbeelding spreekt.
Deze hoedanigheden komen vooral uit in de beide doeken door den kunstenaar de Onderbroken Pianoles en het Huwelijksaanzoek getiteld.
Het eerste schilderstuk geeft een proefondervindelijk bewijs voor de stelling, dat de muziek van alle kunsten het meeste tot het hart spreekt. 't Is waar, de muziekmeester bezit nog andere hoedanigheden dan een welverdienden naam in de muzikale wereld, - hij is jong en heeft een innemend uiterlijk; een en ander bij elkander genomen deed in het hart der bekoorlijke leerlinge nog een andere stem spreken dan die der kunst, en de schilder heeft ons het oogenblik voorgesteld dat die stem hooger sprak dan de schoonste accoorden aan de piano ontlokt, welke nu vergeten schijnt, om weldra wellicht overgebracht te worden en eene schoone herinnering te blijven in eene andere woning, wanneer de ouders van het jonge meisje hunne toestemming hebben gegeven en de liefdeband voor het altaar bezegeld en geheiligd is.
Het tweede tafereel stelt ons een jeugdigen edelman voor, de uitverkorene zijns harten het jawoord vragende. Welk eene uitdrukking heeft de schilder in het gelaat van den jongen man weten te leggen. Men ziet het hem aan, dat hij rijpelijk overwogen en lang geaarzeld heeft, alvorens tot den beslissenden stap over te gaan, waarvan zijn levensgeluk afhangt. Wat strijd heeft het hem gekost, hoeveel aarzeling heeft hij moeten overwinnen alvorens hij moeds genoeg bezat zijn hartsgeheim bloot te leggen.
Aan het jonge meisje is het echter merkbaar, de zooeven afgelegde verklaring voor haar toch zulk een groot geheim niet meer is. Lang genoeg reeds had zij aan zijn linksche manieren, aan zijn blooheid, aan zijn stilzwijgen zelfs geraden, wat er volgen zou, en nu zij eindelijk voor de wezenlijkheid staat, kan hare verwondering zoo heel groot niet zijn en is haar antwoord reeds lang overwogen dat - een blik op onze gravure zegt het voldoende - zeker niet ongunstig zal uitvallen.