Een stierengevecht te Madrid.
Het huwelijk van den jeugdigen koning Alphonso XII van Spanje met prinses Mercedès is den 23 januari van dit jaar met vorstelijken luister voltrokken, in tegenwoordigheid van talrijke vorstelijke genoodigden, een schitterenden stoet grandes van Spanje en de buitengewone gezanten van bijna alle europeesche hoven. Het huwelijk van het jeugdige paar is ingezegend in de kathedraal van Atocha door den aartsbisschop van Toledo, patriarch van Indië, in de tegenwoordigheid van den pauselijken nuncius en een groot getal aartsbisschoppen en bisschoppen van Spanje.
Wij willen onze lezers niet vermoeien met de beschrijving van den langen koninklijken optocht, de illuminatie der hoofdstad, de reeks van feestelijkheden, - op eenige eigenaardigheden na zijn die bij dergelijke gelegenheden overal dezelfde. Liever geven wij eene beschrijving van een noodzakelijk onderdeel van alle groote spaansche feesten, een der stierengevechten namelijk, waaraan de Spanjaarden sedert onheuchelijke tijden even geestdriftig gehecht zijn, als de oude Grieken aan hunne Olympische spelen, de Romeinen aan hunne wilde dierengevechten, de Engelschen en Franschen aan hunne wedrennen. Ook als eene zedeschets van het spaansche volkskarakter zijn de stierengevechten niet van belang ontbloot, en al kunnen wij ze niet goedkeuren in zoover ze den karaktertrek des volks naar woeste vermaken en bloedige schouwspelen aanwakkeren, het is van den anderen kant evenzeer waar, dat die worstelingen van den mensch tegen den breedgeschouderden koninklijken stier in een open, wij zeiden haast eerlijken kamp, iets ridderlijks, en daardoor iets aantrekkelijks hebben, welke die aandrift van het spaansche volk naar dergelijke schouwspelen ten minste verklaarbaar maakt.
Wij bepalen ons tot het eerste der reeks van stierengevechten, hetwelk twee dagen na de inzegening van 's konings huwelijk, den 25 januari dus, op de Plaza di Toros te Madrid gehouden werd.
Te midden eener kale vlakte in eene voorstad van Madrid, en in de monumentale poort van Alcala, verhief zich de uitgestrekte circus, in moorschen stijl gebouwd, die niet minder dan 18.000 toeschouwers kon bevatten.
Hoewel de strijd tusschen de caballeros en de kortnekkige stieren eerst in den namiddag aanvang zou nemen, zag men echter reeds vroeg in den voormiddag stroomen volks en tallooze ekwipages zich tusschen Puerto del Sol en de Plaza di Toros bewegen, om op de amphitheatersgewijze gerangschikte zitbanken eene goede plaats in te nemen voor het hartverheffend schouwspel dat de Spanjaarden wachtte. Eerst na den middag, toen de helden van het feest na de stieren, het koninklijke paar, van een schitterenden hofstoet omringd, zijn plaats had ingenomen, schetterden de trompetten en nam het schouwspel een aanvang door het binnentreden in den circus van een kleinen, ineengedrongen, zwarten stier, die door de alguazils en de fiere toreadores opgewacht werd. Weldra had het dier zijne tegenstanders in het oog gekregen en met gebogen nek en snuivende neusgaten wierp hij zich op hen. De arme alguazils nemen verschrikt naar alle kanten de vlucht, maar de stier, als gewaardigde hij zich niet zulke verachte tegenstanders de kracht zijns horens te doen gevoelen, gaat hen voorbij en stort zich woedend op de toreadores, die geen haarbreed wijken en den geduchten tegenstander fier in de oogen zien. De strijd vangt aan: het is een hevige kamp tusschen de brutale kracht van het dier en menschelijke behendigheid; menig paard wordt den buik opengereten, menig ruiter ontvangt eene bloedige wonde, en ook de stier voelt menigen lansstoot zijne lenden doorploegen, doch geen der beide partijen gelukte het een beslissende zegepraal te behalen, zoodat het volk, aan wien nog zooveel te zien overbleef, ongeduldig om het einde der worsteling roept. Die oproep was een bevel, en spoedig kondigden de klaroenen het optreden van den matador Hermosilla, die met den ontblooten degen in de hand, glimlachend optreedt, als ging hij naar eene vroolijke danspartij; de beroemde toreador groet met een bevallige buiging het hof en de volksmenigte juicht reeds op voorhand den onverschrokken strijder toe. Maar weldra bevinden de beide kampioenen zich tegenover elkaar; zij zien elkander in de oogen en meten elkanders kracht. De stier is de aanvaller, doch de vlugge toreador wipt over den kop van zijn tegenstander heen, en nog voor deze van zijne verbijstering over den mislukten aanval bekwam, is de spaansche degen tot het gevest in den hals van het dier geplant. Een duizendvoudig herhaalde triomfkreet voor den overwinnaar weêrklinkt, terwijl de doodelijk getroffen stier in eenige wanhopige sprongen aan zijne woede en smart lucht geeft. Plotseling staat hij stil, zinkt op de knieën en is den heldendood der spaansche stieren gestorven. Weldra hadden eenige muilezels met purperen schabrak het doode dier weggesleept, om plaats te maken voor versche strijders.
Een witte stier, wiens oogen bloedig uit hunne kassen puilen, treedt thans de kampplaats binnen - een kampioen van echt Andaluzisch ras. Zijn optreden belooft veel, en inderdaad wordt de algemeene verwachting niet beschaamd. De rijen der alguazils worden verbroken, een der toreadores redt zich slechts