steuning van het hoofdleger op te rukken; ongelukkig werd deze generaal door Tergukasoff ingehaald en slechts met een zeer gering getal der zijnen gelukte het Ismaël-pacha zijne vereeniging met den opperbevelhebber te bewerken. Toen nu de russische voorhoede voor Hassan-Kaleh verscheen, waren de Turken genoodzaakt inderhaast hun legerkamp op te breken, nadat een groot gedeelte hunner achterhoede door den vijand in de pan gehakt was. Eerst in de nabijheid van Erzerum, op de versterkte hoogten van Deveboya, hield Moukhtarpacha stand en maakte hij zich gereed de troepen van generaal Heymann te ontvangen.
Weldra verscheen het russische leger voor Erzerum; door de behaalde overwinningen aangevuurd, wilden de Russen de reusachtige hoogten ten noorden van deze stad bestormen en stelden ze batterijen tegen de vijandelijke stellingen op, die door den aard van den bergachtigen bodem wel op verren afstand geplaatst waren, doch wegens de kolossale draagwijdte der getrokken kanonnen den Turken veel kwaad konden doen. Nadat de batterijen in positie gesteld waren, nam het bombardement een aanvang, dat van den morgen tot den avond duurde en de Turken ontzaglijke verliezen toebracht.
Ondertusschen bereidde generaal Heymann den aanval voor; hij vormde zijne troepen in twee kolommen, die langs verschillende wegen op den vijand aanvielen; het scheen of de Russen een gemakkelijke overwinning zouden behalen, daar de turksche linkervleugel reeds bij den eersten schok uit elkander geslagen werd en zich in overhaasting op Erzerum terugtrok. Dit ongeval was aan de lafheid van eenige officieren te wijten, die later voor een krijgsraad verschenen en ter dood veroordeeld werden.
Het centrum der Turken hield intusschen moedig stand en ondanks de russische overmacht, week het geen haar breed van zijne plaats; doch nadat de linkervleugel uit elkander gerukt en verstrooid was, begon de toestand der Turken zeer moeielijk te worden, daar zij thans ook met een aanval in den linkerflank bedreigd werden. Nog eenmaal daagde echter redding op. Moukhtar-pacha had de vluchtelingen op den weg naar Erzerum ontmoet, hen door zijne bezielende taal tot staan gebracht en thans voerde hij hen tegen de Russen aan. Deze werden voor een oogenblik in hunnen loop gestuit, het scheen zelfs dat zij hunne pogingen geheel zouden moeten opgeven, doch plotseling maakte een onverklaarbare schrik zich van de Turken meester, en toen generaal Heymann, die de aarzeling van den vijand bemerkte, met zijne reserve aanrukte, vluchtte het turksche leger, na ontzaglijke verliezen geleden te hebben, in wanorde binnen Erzerum, de gewichtige hoogten in 's vijands handen latende.
Van dien dag af konden de Russen de blokkade van Erzerum beginnen; wel werd eene latere bestorming der vesting met verlies afgeslagen, doch de inneming van Kars maakt het behoud van Erzerum zeer twijfelachtig. Over den val van het zoogezegde onneembaar Kars laten wij hier eenige nadere bijzonderheden volgen.
Kars is zonder twijfel de gewichtigste vesting van geheel Armenië en dit niet slechts om de sterkte zijner verdedigingswerken - behalve de citadel telt Kars twaalf met elkander verbonden redoutes en forten - maar ook om zijne ongewoon gunstige ligging in eene vruchtbare landstreek, tusschen Armenië, Trans-Kaukasië, Kurdistan, Pontus en Perzië. Deze vesting is dus niet alleen de sleutel van Aziatisch-Turkije, maar zijn bezit opent tevens den weg naar Perzië, ja, naar het rijke Indië. Vandaar dat de Engelschen, die de mededinging der Russen in hunne rijke indische bezittingen vreezen, zich zoozeer aan Kars lieten gelegen liggen, dat het hoofdzakelijk engelsche ingenieurs waren, die de vesting volgens al de regels der moderne krijgsbouwkunde versterkt en op nieuw opgetrokken hebben.
Men mag zeggen, dat het bezit van Kars het bezit van geheel Armenië is; vandaar dat de Russen niet alleen thans, maar ook bij vroegere oorlogen al het mogelijke deden, om die vesting in hunne macht te krijgen en te behouden. In 1807 veroverden zij haar na eene belegering van slechts weinige dagen, hoofdzakelijk door de lafhartigheid van den turkschen bevelhebber; in 1855 kregen zij de stad echter eerst na eene regelmatige belegering van zes volle maanden in hun bezit en dat nog slechts door uithongering.
Ook bij dezen oorlog stelden de Russen alle pogingen in het werk om zich van Kars meester te maken. Reeds den 24 april, nadat Moukhtar-pacha zich met zijn leger in de Soghanlu-passen teruggetrokken had, verschenen de eerste russische bataljons voor de vesting, zonder dat het vooreerst tot eene regelmatige belegering kwam. Den 5 mei beproefden zij een der buitenwerken door bestorming te nemen, doch zij werden met zware verliezen afgewezen. Den 14 mei demaskeerden de Russen hunne eerste batterijen ten noorden der vesting; den 18 werd het bombardement ook in het oosten tegen het fort Kara-dagh geopend, 'twelk acht dagen met onafgebroken hevigheid voortduurde. Den 2 juni was Kars geheel en al ingesloten en begon het vuur over de geheele linie; den 12 en 13 deden de belegerden een vreesselijken uitval, die de Russen op zware verliezen te staan kwam; den 23 ontbrandde een geweldige strijd om het bezit van het fort Kara-dagh, doch iedere bestorming der turksche werken werd met kracht afgeslagen en een paar dagen zagen de belegeraars zich door Moukhtar-pacha's beslissende overwinning bij Sewin genoodzaakt, het beleg op te breken en op Alexandropolis terug te trekken.
Kars was nu ontzet, en toen de turksche generalissime kort daarop zijn hoofdkwartier ten noorden der stad, tusschen deze plaats en Alexandropolis, opsloeg, was Kars voor elken vijandelijken overval beveiligd. Eerst de boven door ons aangehaalde gevechten van den 14 en 15 october brachten het russische leger, onder grootvorst Michaël en Loris-Melikoff, weêr voor de muren der vesting.
Kars was aldus voor de tweede maal in dezen oorlog door de Russen ingesloten en deze zetten de belegering met kracht voort; niemand vermoedde echter, dat hunne pogingen in dezen veldtocht nog met een gelukkig gevolg bekroond zouden worden. Het gunstige jaargetijde verliep, en terwijl de aanvallers door de vervolging van Moukhtar-pacha hunne krachten versnipperen moesten, was de sterke vesting ruimschoots van zwaar geschut en levensmiddelen voorzien en achtte men het garnizoen van 10.000 man meer dan voldoende, om alle pogingen der belegeraars te verijdelen. Het moet dus erkend worden, dat de inneming der stad na eene bestorming van twaalf uren een waar heldenfeit is en voor de kracht, de dapperheid en het beleid der Russen getuigt. In den nacht van den 17 op den 18 november begon de aanval; terwijl Loris Melikoff langs alle punten herhaalde schijnaanvallen liet doen, wierp hij zijn hoofdmacht tegen de zuidelijke forten. De belegerden waren onzeker van het eigenlijke doel der aanvallen, en daar de nacht zeer donker was, bracht hun geschutvuur betrekkelijk geringe verliezen te weeg. Generaal Lazareff klauterde met de 40ste divisie tegen de steile rotsen op, waarop het fort Hafez-pacha gelegen is; generaal Grabbe bestormde met zijn grenadiers en een regiment infanterie de hooge citadel, terwijl de generaals Ropp en Komaroff de eigenlijke vestingwerken beklommen. Het was een geweldige worsteling, nog verschrikkelijker door de duisternis van den nacht. In stormpas ijlden de regimenten op de geduchte verdedigingswerken aan, met de officiers aan de spits, die steeds de eersten waren om de wallen te beklimmen. Generaal Grabbe sneuvelde door een kogel doorboord evenals generaal Belersky; de luitenant-kolonel prins Melehoff en kolonel Butschkieff vielen aan het hoofd hunner troepen, maar de Russen lieten zich door geen verliezen ontmoedigen, en stervend vuurden de officieren nog de hunnen tot volharding aan. Langs alle zijden klommen de belegeraars tegen de steile rotsen op en vlak voor de monden der vijandelijke kanonnen klampten zij er zich aan vast, tot zij op de wallen vasten voet hadden en door hunne stoutmoedige aanvallen hunne makkers gelegenheid gaven, op hunne beurt 's vijands werken te beklimmen.
Tegen den morgen waren de voornaamste buitenwerken door de Russen genomen en daardoor was het lot van Kars beslist. Een groot gedeelte der belegerden trachtte er zich op den straatweg naar Erzerum door te slaan, maar door de russische cavalerie achtervolgd, waren zij genoodzaakt zich over te geven, waardoor de overwinning der Russen volkomen was.
Het geheele garnizoen werd gevangen genomen, 300 kanonnen, 4500 zieken, vele vaandels en een groote voorraad levensmiddelen en amunitie werden de buit der overwinnaars, terwijl de Russen zelven, althans volgens hunne eigene opgaven, niet meer dan 2700 man verloren, onder welke echter verscheidene generaals.
Weinige dagen na den val van Kars rukte generaal Loris-Melikoff met het grootste gedeelte van zijn leger tegen Erzerum op, ten einde zich bij generaal Heymann te voegen.