Mozaiek.
De zeeslang.
de zeeslang.
Zeelieden die veel gereisd hebben hoort men dikwijls spreken over de groote zeeslang, en meer dan eens heeft het bericht, dat zij in deze of gene zee gezien is, de ronde door de dagbladen gedaan, ofschoon men er weinig geloof aan sloeg, vooral doordien ook de geleerden tot de ongeloovigen behoorden. Het is zeker, dat bij deze berichten over de zeeslang veel overdreven is, want evenals de jagers hun latijn hebben, zoo weten ook de zeelieden hun garen te spinnen. De vertelseltjes van zeeslangen, die langer zijn dan eene mijl, die kleine vaartuigen kunnen verslinden, met oogen die bliksemstralen schieten, zijn evenwel fabeltjes. Dit neemt echter niet weg, dat er kleiner zeeslangen bestaan van drie of vier meters lengte. De familie der thantaphidieën, waartoe zij behooren, telt zeven verschillende geslachten en omstreeks twintig soorten, die allen in den Indischen Oceaan en Archipel voorkomen. Deze slangen hebben een platgedrukt lichaam en vlakken geschubden staart; zij houden het midden tusschen eene slang en een egel. Evenals alle slangen hebben zij warm bloed. Haar beet is dikwijls doodelijk, doch het gif verliest zijne kracht als zij eenige dagen buiten het water zijn. Hare kinnebakken en tanden zijn kleiner dan die van de landslangen van dezelfde grootte. Haar kop is naar evenredigheid zeer klein. De vorm van het lichaam verandert naar gelang van het jaargetij, want nu eens is het lang en dun, dan kort en dik.
De zeeslangen, welke tot het geslacht der hydrophis behooren, gelijken het meest op de landslangen en een soort daarvan, de platura, draagt de duidelijkste sporen van den overgang der twee familiën. De vorm van haar lichaam en vooral hare buikvinnen vergemakkelijken zeer het zwemmen, zoodat zij in het water zich met gemak kunnen bewegen. Een afbeelding dezer slangensoort is hier naast weêrgegeven. Zij leven van visschen, schelpdieren en kleine schildpadden. Een bijzonderheid van deze slangen is, dat zij door polypen en zeeleliën bij voorkeur tot woonplaats gekozen worden, zoodat het dikwijls gebeurt, dat zij er geheel meê bedekt zijn, zonder dat dit haar schijnt te hinderen.