Regent het nog?
Nog eene gravure uit de kollektie van onzen uitgever, en wel naar eene schilderij van den talentvollen Eerelman, die ons kort geleden de schoone print, ‘de friesche boer’ voorstellende, leverde. Ditmaal is het een meer omvattend, een levendiger tafereeltje; 't is recht frisch - juist niet omdat het zoo geregend heeft - maar wel om die flinke deerne, die een oogenblik bij moeder Aagt heeft geschuild, en nu hare hand onderzoekend uitsteekt, of ze de wandeling huiswaarts zou durven aannemen, en dit zonder den kolossalen katoenen Robinson, die moeder Aagt ten haren dienste stellen wil.
‘Eene flinke deerne,’ zeggen wij en dat is zij ook; haar vreemd kleedsel, hoed, juweelen, tesch, schoenen - alles houdt onze aandacht geboeid, zoowel als de gezonde en blozende gestalte van die jonge Friezin. Ook de kat waagt een enkel stapje buiten, en evenals het meisje de hand uitsteekt, loopt poes op drie pooten, om zoo min mogelijk met den natten grond in aanraking te komen.
Langs goot en blaêren zijpelt het water nog naar beneden; doch de hemel klaart op; weldra zal het zonneke wel weêr door de wolken breken en het door den regen geverniste landschap zal schitteren, alsof al de diamanten der friesche meisjes op het gras, op de blaêren, op de bloemen gestrooid lagen, of aan de punt van den grashalm en aan die van de zwarte en onaanzienlijke strooidaken waren opgehangen.
Regent het nog? is een lief tafereeltje, waarop een poëet - ‘poëten zien al wat zij willen’ - een heelen roman zou kunnen bouwen, en daarin zou de regen eene groote rol spelen, ten minste als moeder Aagt wist wat er in het hartje der jonge kerkgangster omgaat.