De Belgische Illustratie. Jaargang 8

Odoaker en de H. Severinus.

De legende zegt, dat de geur van heiligheid die het leven van den H. Severinus verspreidde, velen, vorsten en onderdanen, naar zijne kluis trok. Onder die beêvaartgangers naar het nederig verblijf, telde men den koning der Herulen Odoaker. Dat verblijf trof den prins bovenmate: immers, het was zoo laag dat de koning er zich niet in kon recht houden. Severinus voorzegde hem, dat zijn tocht naar Italtë gelukkig zou uitvallen en hij dit land weldra zou veroveren. Toen de voorzegging bewaarheid was, schreef

[p. 163]

de koning eenen brief naar den heiligen man, om dezen zijne dankbaarheid te betuigen, er bijvoegende dat Severinus kon vragen al wat hij verlangde. De vorst dacht gewis, dat de man Gods, rijkdommen vragen zou! Hij vroeg niets voor zich zelven; hij vroeg enkel dat de koning der Herulen eenige bannelingen zou terugroepen. Voorwaar, recht kristelijk!