en wie er zich nog een goed denkbeeld van maken wil, neme Sanderus bij de hand en verlustige zich met de teekening van den platten grond, die van dit bosch geleverd wordt. In dat uitgestrekte woud ontmoette men gehuchten, jachthuizen, kloostergestichten, kapellen, bedehuizen, hermitages en wat dies meer.
Karel V, zijne tante Margaretha van Oostenrijk en zijne zuster Maria van Hongarië, de jagheresse, waren vooral in dat bosch thuis. Keizer Karel kwam er niet alleen ter jacht, maar vertoefde ook gaarne in de abdij Groenendael. Volgens een tijdschrift, zou men daar in 1834 nog eenen eikenboom aangewezen hebben, in wiens schaduw eene prachtige, vorstelijke vereeniging gehouden werd.
Die boom zou eens beschaduwd hebben: Karel V, Maria van Bohemen, Maria van Hongarië, Philips II, destijds koning van Napels, Ferdinand en Maximiliaan II. Die vereeniging van gekroonden had ten doel eenen ongeloovige te vereeren, den bey van Tunis, die zich naar Brussel begeven had om zekere vraagpunten, opzichtens het kristendom en de Barbarijsche Staten, te regelen.
Vandaag is daar, in dat grootendeels ingekrompen woud, geen spraak meer van jachten, hoornklank en hondengeblaf; de wolf, het hert, de hinde, het wilde zwijn - alle die dieren zijn verdwenen. De reiger zelf wordt maar schaars meer aan de waterkwebben opgemerkt, en de brusselsche wandelaar komt in de schaduw der boomen zich verlustigen.
Soniënbosch was, in de dagen der Gaulers, aan de zon toegewijd. Later werd het de eigendom van de vorsten van den lande. Behalve het kreupelhout, bevatte het bosch tien duizend bunder oppervlakte. Alle jaren, zegt Wauters, hakte men honderd bunders, en na verloop van een eeuw was gansch het bosch hernieuwd. Napoleon heeft het Soniënbosch inderdaad aan vernieling bloot gegeven; koning Willem, aan wien de Staat het had afgestaan, gaf het over aan de Société générale.
Deze laatste heeft groote gedeelten van dat bosch verkocht en de ontginningen hebben, van dat oogenblik, aanzienlijk veld gewonnen. Vandaag is het woud andermaal de eigendom van het belgisch gouvernement, doch het heeft geen schijn meer van hetgeen het vroeger was.