[Nummer 28]
Mgr. de Haerne.
Mgr. DE HAERNE.
Ziedaar gewis een der achtbaarste en verdienstelijkste leden der Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij zal ook zonder twijfel de laatste der rij geestelijken zijn, die van deze wetgevende vergadering deel maakten.
De eerw, heer de Haerne is te Yperen, in 1804 geboren; voor 1830 onderpastoor te Brugge zijnde, verklaarde hij zich openlijk voor de beweging, dié later de scheuring der Nederlanden ten gevolge hebben moest. Zijn invloed destijds was groot, zijne faam van geleerdheid reeds in zekeren kring verbreid, en Roesselaar koos hem als een zijner afgevaardigden tot het Nationaal Kongres, waar hij zich door de uitdrukking der meest rechtschapen inzichten kennen deed.
In 1831 werd hem, door hetzelfde kiesdistrikt, een nieuw mandaat opgedragen, ten welken gevolge de eerw, heerde Haerne Roesselaar vertegenwoordigde tot in 1833. Na eenige jaren het parlementaire leven te hebben vaarwel gezegd, werd hem een mandaat van het distrikt Kortrijk aangeboden, hetwelk hij voortdurend in de Kamer vertegenwoordigt.
Mgr. de Haerne zal in de geschiedenis van het parlementaire leven van België eene schitterende plaats blijven beslaan; de diensten, door hem aan onderwijs, letteren, staathuishoûkunde en nijverheid bewezen, hetzij als redenaar of als verslaggever, zijn overgroot. Als publicist, als schrijver bekleedt Mgr. de Haerne tevens een eersten rang.
Toen Vlaanderen, door het pauperism werd afgeknaagd, kwamen de uitgebreide kennissen, grondige ondervinding en edelvollen ijver van Mgr. de Haerne zeer te stade, en het vaderland zal er hem immer dankbaar voor zijn.
Beurtelings was Mgr. de Haerne, studie-regent in het bisschoppelijke kollegie van Kortrijk, eere-kanunnik der kathedraal van Brugge, rektor aan het engelsche seminarie aldaar, direkteur van het gesticht voor doofstomme meisjes te Brussei, stichter van het katholiek doofstommen-instituut in Engeland, en onlangs benoemde hem Z.H. tot geheim kamerheer.
In de nijverheid trad hij op als lid der Vereeniging tot Verbetering der Linnennijverheid, ingericht in 1838 te Brussel, ter bestrijding van Vlaanderens armoede, terwijl hij te Kortrijk in het aldaar opgerichte komiteit, als voorzitter werkzaam was.