Een Spaansche.
Opmerkenswaardig is 't, hoe het spaansche volk over 't algemeen een zekere voorliefde behoudt tot het nationaal costuum, waarop de mode in 't geheel geen vat kan krijgen. De spaansche mantille, b.v. dat onveranderbaar gedeelte van de kleederdracht der Spaanschen, vindt men van af de Pyreneeën tot Gibraltar, bij arm en rijk, oud en jong. Die mantille is niet een soort van mantel, noch een sluier, die men voor 't gezicht hangt, maar een lange, zwarte sluier, die derwijze over 't hoofd wordt geslagen, dat hij langs den rug en over de schouders zich nederplooit en alleen het gezicht vrijlaat. Deze mantille bestaat bij de vrouwen van aanzienlijken rang en klasse uit echte kant, bij de vrouwen van minderen stand uit taf of andere stof.
HET KASTEEL ANTOING.
Dit hoofddeksel, dat aan geheel den dos waardigheid en deftigheid bijzet, wordt zelfs in de groote steden, ook te Madrid, bij de hoogere standen, die gewoonlijk het eerst de uitlandsche fashion overnemen, zelden gemist. Bij de volksklasse ontbreekt het bijna nooit en zoo kan men soms een arme donna ontmoeten, met de schoone mantille gesierd, en verder omhangen met een kleed of japon, die ontelbare scheuren toont en die men zich niet verwaardigt op te lappen of aan wier mogelijk herstel men heeft getwijfeld.
Hoe onontbeerlijk bijna de mantille is, verklaart zich door de omstandigheid, dat soms eene dame, die dit kleedingstuk heeft vergeten of verloren, ras een of anderen doek neemt en die bij wijze van mantille over het hoofd hangt.
De gravure op pag. 221 stelt een inwoonster van Madrid voor, in nationaal costuum.
Wie eene tallooze menigte van spaansche mantilles bij elkaar wil zien, moet op het Prado of de Alameda in Madrid zijn, 's avonds, als iedereen daar gaat wandelen. De drukste jaarmarkt is nooit met zoo'n dicht menschengewemel over zulk een groote uitgestrektheid bedekt, als alle avonden het Prado.
Daar, op de Alameda, zoo verhaalt een reiziger, die een geruimen