Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 4(1829)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Jaartellingen en Feestdagen Eklipsen voor het jaar 1829. [Kalender] Jacob van Maerlant, Aan Neêrlands Dichters, Die ons met hunne bijdragen hebben vereerd. Regulus. De Grijsaard in den Herfst. De Dichter. Aan de Vriendschap. Portugal. Een fragment. De Rozen Aan de Hoop. Nederland. Feestdronk, in een' kring van Vlaamsche Dichters ingesteld. Brechta Engberts Proosten, Echtgenoote van Pieter Kies, Burgemeester van Haarlem. Feesttoon, ter eerste Vergadering van de Maatschappij voor Nederlandsche Taal en Letterkunde: Eendragt, te Ninove. Neêrlands Koning. Inleiding tot een mislukt Huwelijksgedicht. De Onverschilligheid. (Navolging.) Avondbespiegeling aan het strand. Mijne Wenschen. De twee Dichters. Dichtregelen, gezongen door de Kinderen, welke, op kosten van het Brugsche Department der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, in 's Rijks lagers School onderwezen worden, den 11den van Bloeimaand 1828. Landmans Avondlied. Jakoba van Beijeren en Frank van Borselen. Afscheid van den Rijn. Jaromir te Praag. (Eene Recensie, in de Monthly Riview for June 1827, gaf aanleiding tot deze Vertelling.) De Grieksche Moeders. (De Lamartine zeer vrij gevolgd.) Vaarwel aan de Reisvogeltjes. (Vrije navolging uit het Fransch van Aimé Martin.) Minnelied aan de Wijnflesch. (Vrije navolging, uit het Hoogduitsch, van den Dichter Kleist.) Orestes. De Zon en de Wolk, Fabel. (Naar het Hoogduitsche onrijm van Fulda.) De Gedachten. Fragmenten van een onuitgegeven Leerdicht. De Bloem. (Romance.) Makasser, door de Nederlanders veroverd in 1660. Aan mijne Flesch. (Naar Parny.) Maria van Braband. (Ao 1276.) Aan eene stugge Schoone. Aan John Bowring, in zijnen Vriendenrol. Liefde. (Ex tempore.) De bedelende Belisarius, Schilderij van den Heer C. Kruseman. Wijn. (Ex tempore.) De gewone Mensch en de gevoelige Mensch te Zandvoort. Een Vuurpijl en de Noordstar. Wellust. De Weduwe, te Nain. Het Welzijn van den Koning! Toost. Aan mijne Gade, Bij de geboorte van ons Dochtertje Maria, Paulina, Josephina, op den 22 Januarij 1828. De drie Starren. Nonnenwert. Een tafereel op de Drakenrots, achter Bonn in Pruissen. Het Welzijn van den Koning. Toost, Aan Dorinde, Bij het toezenden van Bellamij's Gedichten. Zegepraal van het Menschelijk Vernuft over de verwoestingen van den tijd. Het Roeischuitje. Blik op God. Hoop verloren. De Moeder te St. Cakier. Een tafereeltje uit de Fransche Staats - omwenteling. De Weg des Levens. (Naar het Fransch.) De Poort van Halle te Brussel. Maerlant.