Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 3(1828)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] Aan mijne Zuid-Nederlandsche Kunstbroeders. Door 't lot verdeeld, te lang vanëen gescheiden, Hereenen zich weêr de oude roem en faam; De glorie zal ons weêr naar 't spoor der eer geleiden, Waar 't loflied klinkt, gewijd aan Neêrlands naam. Zij zijn daarheen', voor eeuwig heen', de jaren, Toen de oude roem alleen in scheemrend duister blonk; Hij is daarheen', de nacht, toen, van Bataafsche snaren, Geen enkle toon aan Schelde's boord weêrklonk. De Vlaamsche lier mogt zacht en lieflijk klinken, Haar weêrgalm reikte nooit tot Rijn of Amstelvliet; Schaars zag het Noord' den glans van 't zoele Zuiden blinken, En de IJssel schonk der Schelde lof noch lied. [pagina 214] [p. 214] Omkranst het hoofd, Apollo's Priesterscharen! Die scheiding prangt niet meer; haar donkre nacht verdween. Heft aan, Gewijden! juicht! en jubelt, Harpenaren!: ‘Heil ons! Het Zuid' en Noord' zijn één!’ Zij zijn weêr één, te lang, te wreed gescheiden; Zij zijn weêr één de aloude roem en faam; De glorie zal ons weêr naar 't spoor der eer geleiden: Eén is ons hart - en één is onze naam. Verheft uw' trans, gewijde tempeltinnen! Ontvangt, van Zuid' en Noord', d'eerwaarden Priestrenstoet! 't Zijn eedlen, die de Deugd, die 't Goede en Schoone minnen; Eén aandrift schokt hun hart, zet hun de borst in gloed. Geen scheidsmuur scheidt het Zuiden meer van 't Noorden; De kunstmin hecht ons zaam met onverbreekbren band; Eén lofzang wordt gehoord aan Schelde en Amstelboorden; En één is onze roem - en één ons Vaderland. Heft zangen aan, vereende Bardenscharen! Voor God, voor Deugd, voor 't Ware, Goede en Schoon'. Heft zangen aan! en klink' hij op uw snaren, De roem van Nederland en Nassau's Vorstenkroon. [pagina 215] [p. 215] Mogt ginds of hier die lofzang hooger stijgen, Wat zegt dit, nu de scheidingsnacht verdween? De prikkels van den roem, Apollo's lauwertwijgen Verheffen 't Vaderland - en 't Vaderland alléén. De lof, der kunst gewijd, mijn Broeders! Bardenscharen! Weêrgalmt in ons vereend akkoord. Daar, waar uw toonval klinkt, zult gij dien roem bewaren, En Neêrlands glorie blijft het deel van Zuid' en Noord'. amsterdam. W.H. WARNSINCK, Bz. Vorige Volgende