Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 2(1827)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Bardenlied. Een heilig vuur doorgloeit mijn aderen, 'k Gevoel mijn grootheid weêr! Op 't aangebeden graf der vaderen Kniel ik in zielrust neêr. Eens was het nacht; 'k zag in het duister, Geen schaduw van uw' ouden luister, Niets van uw' roem, o Griekenland! Eens waart gij diep in 't stof vertreden, En, hoe het voorgeslacht had voor uw' roem gestreden, Niets bleef u na dan schand'! [pagina 110] [p. 110] De grootheid sliep. Onze adel scheen verloren, Wij hadden zonen, maar geen' strijders voor uwe eer! De kind'ren werden slaaf geboren, En knielden voor een' dwing'land neêr. Geen voetspoor was er meer van helden, Geen teeken van den roem meer zigtbaar op de velden, Geen zuil had onzen naam bewaard! Wij schenen voor het oog der volken uitgestorven, En hadden, voor den lof, de deernis slechts verworven Van 't kleinste volk der aard'. Thans is die oneer voort, het ijz'ren juk gebroken, Dat zwaar op onze schoud'ren lag. De zonen hebben weêr der vad'ren smaad gewroken, En ras viert Griekenland haar' schoonsten gloriedag De vanen wapp'ren langs de stranden, De horens klinken rond, en Hella's dwingelanden Verschrikken voor den strijd; De laatste kamp wordt haast gestreden, Wie hier verdrukker was ligt in zijn bloed vertreden, De menschheid zegepraalt, uw zonen zijn bevrijd. [pagina 111] [p. 111] Blaak, heilig vuur! doorgloei mijn aderen! 'k Gevoel mijn grootheid weêr! Op 't aangebeden graf der vaderen Kniel ik in zielrust neêr. O 'k vrees geen' nacht, ik ducht geen ak'lig duister, Want Griekenland verrijst in hellen luister, Een eeuw'ge roem volgt op ééne eeuw van schand'! Ging eenmaal onze naam verloren, Triomf! de grootheid wordt herboren, Van u, van u mijn Vaderland! 's Hage. J.W. VAN ALPHEN Cz. Vorige Volgende