| |
| |
| |
Boekennieuws en Kronijk.
De Geestelijkheid van Antwerpen in 1798-99 door Augustin Thys. Naar oorspronkelijke oorkonden. Antwerpen. Drukk. H. en L. Kennes, Markgrave-straat, 17.
Onder de Belgische schrijvers, die, sedert dit en vijftien jaar, degelijk werk leverden op het gebied der geschiedenis, bekleedt de heer A. Thys eene voorname plaats. Zijn Vlaamsch en zijn Fransch boek over onze Jongens van 1798 - Les Conscrits belges en 1798 et 1799 - vindt men op elk' lessenaar, en het heeft dan ook machtig bijgedragen, om onzen verongelijkten Boerenkrijgers te laten recht weervaren. De heer Thys ontvange daarom. den welgemeenden dank van allen die de vereering onzer vaderlandsche martelaars ter herte nemen: die dank is waarlijk verdiend.
Een schoon en belangrijk boek is eveneens De Geestelijkheid van Antwerpen in 1798-99. Kent gij het reeds, vriend lezer? Zoo neen, dan zullen wij trachten er u met eenige woorden kennis van te geven. Dit werk is eeniger wijze het vervolg van zijn boek over de Conscrits. Onze · Jongens stonden hand in hand met onze vervolgde priesters rondom het Kruis geschaard; waar wij hunnen moed huldigen, mogen wij ook de vastberadenheid en de opoffering dier priesters niet vergeten. De eenen zoowel als de anderen vielen als martelaars onder de beulenroede der Franschen: Voor God en Vaderland! was immers beider leuze. - De schrijver bepaalt zich, naar hij zegt, bij de vervolgde geestelijken van Antwerpen. Nochtans levert ons zijn boek veel belangrijks over hetgeen de priesters ook elders hadden te lijden, en een vluchtige blik op de inhoudstafel laat dit aanstonds gissen.
Het eerste deel des werks vangt aan met den staatsaanslag van den 4 Sept. 1797 en diens gevolgen. De priesters werden gedwongen eenen eed af te leggen, welken hun geweten voor God verbood, en, daar zij bijna allen kloekmoedig weigerden, brak de tot alstoen min of meer verkropte woede der Republiek openlijk tegen hen los. De kerken werden gesloten, de geestelijken als wilde dieren achtervolgd, gekerkerd, mishandeld, verbannen en weggevoerd. Akelige namen zijn het: Cayenne, Conomama, Sinamary, Ré, Oléron!...
Het tweede deel is getiteld: Ontvluchting uit Sinamary van 9 Belgische priesters.
Het derde handelt over de sluiting der kerken te Antwerpen; - waarna eene alphabetische lijst van al de voorkomende namen het werk sluit. Hetzelfde telt nagenoeg 240 blz. druks op stevig, schoon papier en met sierlijke letter, en, in aantal genomen, wordt het tegen één fr. afgeleverd.
Het boek is rijk aan bijzonderheden van allen aard, en geeft een bondig en nauwkeurig overzicht der vervolging onzer geestelijken.
| |
| |
Geerne wezen wij op dit of geen feit; doch dit brachte ons te verre, en, buiten den samenhang van het geheel voorgesteld, waie het uittreksel wellicht niet altijd vatbaar voor den lezer.
Eénen wensch moet ik echter uitdrukken · Ik zage geerne de stoffe klaarder verdeeld en onderverdeeld in hoofdstukken. Dit zou de lezing fel vergemakkelijken, en den inhoud in zijn geheel beter doen omvatten In dit opzicht verdient de bewerking van Les Co,nscrits de voorkeur. Wat de taal aangaat, zij is over 't algemeen keurig, zooals het geschiedenisvak meêbrengt; doch de vertaling der teksten heeft hier en daar nog al een ‘gallicisme’ laten doorslibberen (b.v. dat verstaat zich,... de gevangenissen hadden zich gevuld, enz. bl. 116), en wij hopen, dat men dit onkiuid in eene 2e uitgaaf zal uitroeien. - Dit neemt echter het belang met weg hetwelk het werk van den heer A. Thys voor ons oplevert. Volgeerne zagen wij het overal verspreid, en de prjsuitdeelingen zouden daar veel kunnen toe bijdragen. Vlaamsche boeken van dit slag zullen er nooit genoeg zijn; - doch men vergete dan ook met den schrijvers verdiende waardeering te schenken.
Ten slotte drukken wij de woorden over, waar de heer Thys (bl. 136) zijn eerste deel mede sluit:
‘De jaren 1798 en 1799 waren zonder tegenspraak de schromelijkste, de rampzaligste die Belgie in den loop zijns bestaans had door te worstelen.
Het was met ontijdig en ook met zonder belang, naar onze meening, deze zoo gewichtige en zoo weinig gekende gebeurtenissen met al hunne bijzonderheden in de vorige bladzijden te verhalen, zooveel te meer daar het jaar 1898, honderdste veijaring dier barbaarsche feiten, met rassche schreden nadert Het ware wenschelijk, dat het katholieke Belgie alsdan eene plechtige herinnering toewijdde aan die roemrijke priesters en geloofsbelijders, welke deze schromelijke vervolgingen hadden uit te staan, en waarvan een gedeelte een wreeden marteldood stierven, hetzij in de gevangenissen of op de Fransche schepen, hetzij op de eilanden Re en Oléron of in de moerassige streken van Guyane.
Plicht is het voor het huidige geslacht, dunkt ons, die slachtoffers van een bloeddorstig en onverbiddelijk Staatsbestuur, dat ons geheel vreemd was, luisterrijk heel het land door te herdenken, en gezamenlijk eene kroon te vlechten voor die manhaftige priesters, die met zooveel moed als stille onderwerping de hardste ontberingen en het grievendste lijden doorstonden, liever dan door lafheid hun geweten te bezoedelen met eenen eed af te leggen strijdig aan de eerste beginselen der Roomsche Kerk ...’
Wie zal met die passende woorden des geschiedschrijvers met gereedelijk instemmen?
Dank zij nog eens den heere Thys! zijn zaakrijk en boeiend boek is eene eerste en voorafgaande hulde aan onze martelaars bewezen. Mochte de andere weldra volgen!
Kanunnik J. Muyldermans.
Kerkgebruiken ten dienste van de kosters en andere kerkbedienden, door H. Verhasselt, professor aan de bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Nikolaas. Schoon boekdeel van 236 bladz. Prijs: fr. 2,00. -A. Siffer, Gent.
De E.H. Verhasselt heeft daar waarlijk een keung en nuttig boek uitgegeven. Meer dan eens gebeurt het dat de goddelijke diensten in onze
| |
| |
kerken, door ontoereikendheid van inlichtingen, in stiptheid te wenschen laten, menig voorschrift dei rubrieken geraakt welhaast in vergetelheid en elk heeft geene uitgebreide werken van kerkgebruiken te zijnen dienste. Nu 't is juist daarin dat het bcek van den E.H. Verhasselt voorzien heeft: al wat er te weten valt voor koster ot misdienaar staat er op klare en methodische wijze in uitgelegd. Regeling van het kerkelijk officie, ceremonien en plechtigheden der H. Mis, onderscheiding der missen, bediening der HH. Sacramenten, het zingen van Vespers, Lof en Officie der overledenen, ceremonieen eigen aan sommige bijzondere dagen van het jaar; als Veertiguurgebed, Asschenwoensdag, Goede Week, enz., zijn er, volgens geleerde en goedgekeurde schrijvers, in opgegeven. Ook vernemen wij dat reeds bij zijn eerste verschijnen, het werk van den E.H. Verhasselt den grootsten bijval geniet en, wij twijfelen met of geene enkele kerk of kapel zal een zoo gemakkelijk middel en zoo nuttige aanwijzingen tot het opluisteren en zelfs betamelijk celebreeren der goddelijke diensten willen ontberen.
De Jonge Huishoudster. Leerboek voor de Huishoudelijke en Lagere scholen (Naar het programma van huishoudkunde en gezondheidsleer van 1n Mei 1897) door Maria Du Caju - Fraar boekdeel in-8o, 170 bladzijden, met printen, Gent, A. Siffer. - Prijs, 0,90 fr.
Iemand, die een vak waarlijk meester is, heeft het recht, en het is hem als 't ware een plicht, zijne kennissen aan anderen mede te deelen Wie is met overtuigd van de ervarenheid van Jufvr, M. Du Caju in zake van huishoudkunde? Het onderhavig boek is nogmaals een perel harer schitterende kennissen, die zij op meesterlijke wijze aan alle jonge dochters, aan alle huismoeders mededeelt.
De schrijfster heeft de huishoudkunde en gezondheidsleer in verband met elkaar behandeld, en al de punten ontwikkeld, die door het jongste programma der lagere scholen (1n Mei 1897) voor den hoogsten graad aangeduid zijn. Met het oog op de behoeften der huishoudelijke scholen, heeft zij ook de bereiding der gebruikelijkste spijzen uitgelegd, zooals zij in de keuken der weikers en kleine burgers kan toegepast worden.
Een goed handboek voor 't ondeiwijs dier vakken is in de lagere en huishoudelijke scholen onmisbaar: immers, er zal weinig van het mondeling onderwijs overblijven, indien eene gepaste samenvatting den eerlingen met helpt om de les in 't geheugen te printen. Uit dat oogpunt zal 't boek gewichtige diensten bewijzen, met alleen met zeer veel vrucht in elke huishoudkundige of lagere school gebruikt worden, maar het is ook waardig in alle gezinnen - en vooral in de werkersgezinnen - tot Gids te dienen van orde en spaarzaamheid, stoffelijken en zedelijken welstand.
De schrijfster getuigt dat zij maar één doel heeft . hare medemenschen van nut te zijn Derhalve is het veelbevattend boek aan eenen betrekkelijk geringen prijs gesteld en zal ongetwijfeld door geestelijke en weieldlijke overheden ter gelegenheid der prijsdeeling druk worden verspreid.
Aan de onderwijzeressen en huisvrouwen, die over deze stof zeer breedvoerige uitleggingen verlangen, zullen wij de zeer volledige uitgave met printen - getiteld De Degelijke Huisvrouw, en hier reeds beoordeeld - ten zeerste aanbevelen.
Z.A.
Das Kunstwerk der Zukunft und sein Meister Richard Wagner, von Theodor Schmid, S.J., Freiburg im Breisgau, Herder'sche Verlagshandlung Pr. Mk. 2 = fr. 2,50.
| |
| |
Deze studie verscheen in het bekende tijdschrift ‘Stimmen aus Maria Laach’. Zij vond zulk een gunstig onthaal dat de uitgever er toe besloot haar in een bijzonder boekdeel uit te geven
Talrijk zijn de inktflesschen die gebruikt werden om den grooten apostel van het ‘kunstwerk der toekomst,’ Richard Wagner, tot in den hemel te verheffen of in den diepsten afgrond der zevende hel te slingeren. Maar hij verdient:
‘Ni cet excès d'honneur, ni cette indignité.’
Men kent de lijvige boekdeelen van Adolphe Juilien, van Houston Chambeilain, Gasperini, Dannreuther, Pohl, Wolzogen, enz. enz. Er is niet een enkel bij dat het juiste midden weet te bewaren tusschen apotheose en verwensching. Men leze het bovengenoemd werk. Hier is ‘de nagel op den kop getroffen’
Alle kunst komt van God, God is een onstoffelijk wezen, de muziek is de onstoffelijkste aller kunsten, dus is de muziek de goddelijkste aller kunsten Doch het christendom, zegt Richard Wagner in zijne Gesammelte Schriften (Die Kunst und die Revolution), is de gezworen vijand van het schoone in den mensch....
Leest Schmid en gij zult begrijpen hoe Wagner, aangedreven door een geheimzinnig iets dat God in de ziel van den kunstenaar legt - of hij zijn eigen gaven eerbiedigt of niet - iets schoons schieef
‘Unbewusst, hochste Lust!’
en verre ten achter bleef waar hij meende met zijn verstandelijke Leit motief-theorie enz. enz. het toppunt der kunst bereikt te hebben.
Het zou wenschelijk wezen dat dit schoon werk, het beste dat over Wagner is geschieven, weldra vertaald wierd: in ons vaderland dweept men nu reeds lang met den germaanschen reus Richard Wagner, maar men weet eigenlijk nog niet recht waarom... Jurant in verbo magistri.
N.
Maria's Lusthof of 31 bloempjes ter eere van Maria geplukt, door Alf. van Loo. - Boekdeel in 12o, van 168 bladz. met kerkelijke goedkeuring.
Dit meuw werk, tot eere en glorie van onze goede Moeder Maria opgesteld, bevat, voor elken dag der maand Mei, een treffend voorbeeld gevolgd door een passende bemeiking of opwekking. Maria's Lusthof zal met veel nut door de priesters kunnen gelezen worden in de kerken, waar de Meimaand wordt gevierd De onderwijzers in de scholen zullen er insgelijks met vrucht elken dag eene lezing kunnen uit houden, om aldus het betiouwen en de liefde tot Maria van jongs af in het hert hunner leerlingen te planten, en in de kloostergemeenten zal men zich gelukkig achten, weezen en ouderlingen met nieuwe blijken van Maria's goedheid bekend te maken.
Het boek, met zoig door den heer A. Siffer te Gent gedrukt en met veelkleungen omslag versierd, is allerbest geschikt om als belooning in de week- en zondagscholen uitgereikt te worden
Dit posthume gewrocht van den godviuchtigen schrijver verleden maand overleden - zijn eerste werk was een boek ter eere van Maria en zijn laatste ook - is veikrijgbaar bij alle katholieke boekhandelaars, alsook ter pastorij van Knesselaere, fr. 0,85 ingenaaid, I fr gekartonneerd.
Vies de quelques-unes de nos grandes Saintes au pays de Liége, par le P.H Nimal, Rédemptoriste I. Sainte Marie d'Oignies. II. Sainte Christine l'Admirable. III. Sainte Ivette de Huy. IV. Sainte Lutgarde. V. Sainte Julienne de Cornillon.
| |
| |
Onze vaderlandsche geschiedenis is eene kostelijke mijn, ongelukkig nog te weinig ontgonnen. De levensgeschiedenis der heiligen van ons land bevat alzoo schatten te weinig gewaardeerd omdat zij te weinig gekend zijn.
Dit is onder andere het geval met de heiligen waarvan hier spraak is; en nevens de daden dier uitverkoren zielen leert men ook uit dit werk de 13o eeuw beter kennen, waarin zij geleefd hebben.
Wij wenschen de meeste verspreiding aan dit uitmuntend boek en drukken de hoop uit dat de schrijver voort zou gaan met zijne aangevangene taak en eens eene volledige galerij zou samenstellen van al de personen van belang welke ons land op dit gebied voortgebracht heeft.
Schoon boekdeel in-12o met 304 blz. met platen opgeluisterd en uitgegeven door H Dessain, te Luik. Prijs, fr. 1,50.
Boerenkrijg. - Dank aan de opborreling van vaderlandsliefde en aan de zorg waarmede onze geschiedschrijvers de archieven en de volksoverleveringen geraadpleegd hebben, wordt de opstand onzer vaderen tegen het goddeloos volkstergend bewind der Fransche Omwenteling ten onzent, meer en meer gekend en gewaardeerd. Ook zal die hopelooze en des te roemrijker strijd der Boeren met ongewonen luister gevierd worden.
Met vreugde vernemen wij dat niet alleen de Kempen, Klein-Brabant en Limburg zich aangorden tot het herdenken van die martelaars voor altaar en troon, Oost-Vlaanderen, namelijk Overmeire, waar het eerst de klokken geluid werden tot den opstand, bereidt insgelijks groote feestelijkheden. Een comiteit is thans gevormd door volksvertegenwoordiger Tibbaut en waarin de bijzonderste mannen onzer provincie zetelen.
Dichters bezingen dit Vlaamsch epos, archivisten zoeken tot de kleinste bijzonderheden op, historieschrijvers veiwerken dit materiaal tot gaarn gelezen volksboeken. Verschillende werken zijn reeds verschenen over dit boeiend onderwerp; hoe meer er het licht zien hoe beter, ook is het met genoegen dat wij de bijzondere aandacht roepen onzer lezers op de volgende nieuwe werkjes over dit vaderlandsch onderwerp:
Onze Boeren te Herenthals, bladzijden uit de Geschiedenis van den Boerenkrijg, door Fr. Waltman van Spilbeeck der abdij van Tongerloo.
Beknopte geschiedenis des Boerenkrygs, (October-December 1798), door J. Fr. Pallemaerts, leeraar in 't klein Seminarie te Mechelen. Dit boekje wordt verkocht bij den uitgever R. Van Velsen, te Mechelen, ten profijte en onder de bescherming der feestcomiteiten van Boom en Klein-Brabant. Prijs, fr. 1,00.
La guerre des paysans en 1798. Vertaling door Simon Blondeel van het zoo vaderlandsch en zoo goed geschreven vlaamsch vlugschrift van Lodewijk Opdebeek.
De boerenkrijg te Mechelen in 1898 door Aug. de Rees. P. Ryckmans, Mechelen.
Martelaars en Brigand, lied overgedrukt uit de Zangschool. Mechelen, P Ryckmans. De heer De Puydt heeft er eene begeleiding voor geschreven voor fanfaren; eene variante met begeleiding voor piano zal door het Davidsfonds uitgegeven worden
De Boerenkrijg in het Kortryksche. In dit lief boeksken beschrijft de heer Th. Sevens, reeds zoo gunstig gekend door menigvuldige geschiedkundige en letterkundige werken, de godsdienstige en vaderlands- | |
| |
lievende woelingen langs de boorden der Leie op het einde der verleden eeuw. De schrijver is er in gelukt de namen te ontdekken van de jongens zijner stad die de wapens opgenomen hebben in den strijd voor God en Vaderland.
Het werkje wordt verkocht ten voordeele van het gedenkteeken van den Boerenkrijg welke men gaat oprichten in de St.-Michielskerk te Kortrijk.
Eerste Communie. - Het volgend werkje zij bijzonder aanbevolen: Gedachtenis der Eerste H. Communie of duurzame herrinnering van hetgeen de kinderen en hunne ouders toen gehoord, gezien, gevoeld en voorgenomen hebben, door De Becker, pastoor van Droogenbroeck.
Beknopte regels van den Nederlandschen versbouw, doo- Jos. Geurts, leeraar in St-Josefscollege, te Hasselt. - St-Quintinus drukkerij, Hasselt.
Schrijver heeft voor doel den leerlingen die eenigen aanleg tot dichten gevoelen, eene behulpzame hand te reiken. Wel is waar, bestaan er in onze taal eenige handboeken waarin de regels der dichtkunst wijd en breed worden uifgelegd, maar veeltijds zijn zij te geleerd, te zeer ingewikkeld voor beginnelingen, en te duur voor eene studentenbeurs. Wat er ook van zij, dit boekje op zijne beurt zal nut en dienst bewijzen.
Middeleeuwen. - Prof. G. Kurth sprak op het wetenschappelijk Congres der Katholieken gehouden te Freiburg in Augustus 1.1. eene redevoering uit over de beteekenis van het woord Middeleeuwen. Deze redevoering is thans uitgegeven door de ‘Société belge de librairie’ (Qu'est-ce que le moyen âge, Bruxelles, 1898 12 33 bl.) Algemeen wordt aangenomen dat de middeleeuwen een tijdvak zijn tusschen de oude en de nieuwe tijden, en voor velen waren zij, tot in de laatste jaren, niets anders dan barbaarsche eeuwen. Prof. Kurth zoekt den oorsprong dezer benaming op en vindt haar in het feit dat de geschiedenis, deelmakend tot in de 16e eeuw van de philologie, de humanisten op de geschiedenis toepasten, hetgeen men enkel van de geschiedenis der latijnsche taal zegde: klassieke taal tot Konstantinus, barbaarsche taal of media-latinitas tot Karel den Groote, doode taal af infima-latinitas tot heden toe. Cellarius was de eerste die het woord in 1688 op de geschiedenis toepaste. (Historia medir aevi) en sedert hem is die onjuiste benaming algemeen geworden
Prof. Kurth bewijst heel wel dat deze eeuwen geen tusschen tijdvak zijn, maar wel als het begin der hedendaagsche, dat is der christene beschaving, aanzien moeten worden.
Koninklijke Vlaamsche Academie. - Zitting van 20 April. - Na de goedkeuring van het verslag over de vorige bijeenkomst, wordt door den heer De Potter, met bijtreding van het bestuur, voorgesteld, hulde te brengen aan de volksvertegenwoordigers en senators, die de gelijkheidswet hebben verdedigd, alsook aan de Regeering, en inzonderheid aan den heer Begerem, aan wien het te danken is dat het wetsvoorstel onverminkt werd aangenomen. De vergadering neemt dit voorstel bij toejuiching aan.
Dr. H. Claeys wenscht hier nog iets aan toe te voegen: hij spreekt den wensch uit dat de Academie ook hulde zou brengen aan twee harer leden, Dr. Aug. Snieders, die in het Handelsblad zoor
| |
| |
krachtig voor de taalwet ijveide, en Mr Julius Obrie, die op 38 meetings als voorzitter optrad.
Vervolgens stelt de heer Coopman, uit naam der commissie voor nieuwere Taal- en Letterkunde, de vraag hoe ver de werkzaamheden gevorderd zijn der bijzondere commissie gelast met het vaststellen der terminologie voor de Nederlandsche spraakleer. Hij spreekt tevens namens de commissie den wensch uit, dat voortaan op de jaarlijksche plechtige vergadering een beknopt verslag over de uitkomst der uitgeschreven wedstrijden zou worden uitgebracht.
Namens de commissie voor het onderzoek van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, deelt de heer Coopman mede, dat zij besloot aan Dr De Vreese het vervaardigen van een opstel over de geschiedenis van het Woordenboek op te dragen, om dit monument onzer taal beter bij het Vlaamsche volk bekend te maken. Deze commissie wenschte ook dat de voornaamste woordenlijsten en glossaria der XVIe en XVIIe eeuw opnieuw zouden worden uitgegeven.
Dit laatste voorstel wordt door Dr. De Vreese breedvoerig toegelicht. Spreker stelt voor, de reeks der uit te geven herdrukken aan te vangen met het Vocabulaie van Noel de Berlaymont. Door het uitgeven van dit en dergelijke werken, die niet enkel voor de redactie van het Woordenboek, maar ook voor de bevordering der kennis van de lexicologie van het hoogste nut zullen zijn, zal de Academie het verwijt van velen ontgaan, dat zij zich te uitsluitend met het uitgeven van Middelnederlandsche werken zou bezighouden.
Thans wordt overgegaan tot de kiezing van een werkend lid, ter vervanging van wijlen Prof. P. Willems. De heer Alf. Janssens bekomt 15 stemmen.
In de Junivergadering zal de Academie te voorzien hebben in de benoeming van een briefwisselend lid ter vervanging van den heer Janssens en van een buitenlandsch eerelid ter vervanging van den heer Arnold.
Als leden der commissie, die, met het Bestuur, candidaten voor die openstaande plaatsen zal voorstellen, worden aangewezen de heeren Dr. H. Claeys, Dr. A. De Vos en Julius Obrie.
Ten slotte houdt de heer Segers eene lezing over · ‘De ontwikkeling onzer taal.’
Davidsfonds. - In zijne zitting van 28 April heeft het hoofdbestuui, onder voorzitterschap van oen eerw. Dr H. Claeys, den heer Helleputte, hoogleeraar te Leuven en volksvertegenwooidiger voor Maaseyk, aangesteld en ingehuldigd als voorzitter, in vervanging van wijlen hoogleeraar Willems.
De kiezingen van het bestuur hebben de volgende uitslagen opgeleverd: West-Vlaanderen: Th. Sevens, Kortrijk, Noterdaeme, Brugge; Eerw heer De Molder, Nieuwpoort, en kanunnik Duclos, Yper, in vervanging van den eerw. heer Beheyt.
Oost-Vlaanderen: A. Siffer, Gent, A. Janssens, St-Nikolaas, Em. Van Winckel, Dendermonde, Fr. Van Hemelryck, Zele, allen uittredende leden.
Antwerpen: Eerw. heer Rosel, Antwerpen; E. Ossenblok, Borgerhout; A. Roell, Lier, Kanunnik J. Muyldermans, Mechelen, uittredende leden.
Limburg: A. Van Geel, Hasselt, Ceelen, St-Huybiechts-Lille, Eerw. heer J. Boelen, Schuurhoven, uittredende leden, Kerkhofs, pastoor van Hoesselt, nieuw lid.
Namen. D. Claes, rustend leeraar van het Atheneum, Namen, nieuw lid.
| |
| |
De kiezing van Brabant onregelmatig geweest zijnde wordt verbroken, en eene nieuwe veigadering zal bijeengeroepen worden.
De heeren Fr Schollaert, Dr H. Claeys en Fr. De Potter, worden bij handgeklap herbenoemd, de twee eerste als ondervoorzitters, de laatste als secretaris.
De rekeningen van 1897 worden goedgekeurd en het budget van 1898 opgemaakt. De uitgaven beloopen ongeveer 22,000 fr en de inkomsten 20,000 fr.
Verdere huiselijke zaken werden geregeld en het uitgeven van vier platen over den Boeienkrijg besproken, waarna men de jaarlijksche algemeene vergadering vaststelt op Donderdag 26 Mer, te Leuven.
Algemeen Nederlandsch Verbond. - Het voorloopig hoofdbestuur wordt samengesteld voor Belgie uit de heeren P. Fredericq, Julius Obrie, H. Meeit en M. Rooses Voor Noord-Nederland zijn aangewezen de heeren H. Kern, H. Kiewit de Jonghe en De Ridder. Het vierde lid wordt later benoemd.
In het bijzonder bestuur voor Belgie zullen voorloopig zetelen de heeren:
J De Vriendt en J. Van der Linden, volksvertegenwoordigers, Frans Reinhaid, Kesseler en T'Sjoen, te Biussel; J. De Beucker, J Heuvelmans, J Van Rijswijck en Max Rooses, te Antwerpen; baion de Maere, P. Fredericq, H. Meert en Julius Obrie, te Gent; J. Sabbe en D. Van Steenkiste, te Brugge, Frans Van den Weghe, te Oostende en D. Is. Bauwens, te Aalst.
Het algemeen bestuur, dat zich zelf aangesteld heeft, beantwoordt aan de verwachting niet, ten eerste, allen liberalen op éene uitzondering na, ten tweede geene verdeeling tusschen de verschillende Vlaamsche Provincien. Ongetwijfeld zal die regeling door de afdeelingen niet goedgekeurd worden.
Prijskampen. - Zijn bekroond in de wedstrijden der Brusselsche Tentoonstelling, de eerw heer Van den Driessche, pastoor van Oostkerke voor zijn werk ‘Corporation paroissiale d'aeuvres économiques’ en de eerw. heer Gahide, pastoor van Ghislenghien voor zijn vlugschrift ‘Utilité et sécurité des caisses Raiffeisen’.
Naar wij vernemen zou de jury, gelast met het toekennen van den driejaarlijkschen prijs voor Nederlandsche tooneelletterkunde, geen der talrijke mededingende stukken den louwer hebben waardig gekeurd.
De Prijs Guinard (10,000 fr.) gesticht door Dr. Guinaid van St-Nicolaas, voor het beste werk of de beste weiking ten voordeele van de arbeidende klas, is, voor de 5 laatste jaren, toegewezen aan de Belgische matigheidsmaatschappij De prijs werd opvolgendlijk behaald door Fr. Laurent voor het sparen in de scholen (1868-72), L Melsens voor een werk over de lood- en kwikziekten (1873-1877), J Dauby voor zijn boek ‘Des grèves ouvrières’ (1878-1882), E. Gilon voor zijn boekwerk ‘La lutte pour le bien-être’ (1883-1887), Fr. Robyns voor het invoeren der matigheidsmaatschappijen in de scholen (1888-1892).
De keurraad van den vijfjaarlijkschen prijskamp van Fransche letterkunde zal bestaan uit: Descamps, hoogleeraar te Leuven; Fétis, hoofdbibliothecaris der koninklijke bibliotheek; Kurth, hoogleeraar te Luik; Pergameni, hoogleeraar te Brussel, Priester Stiernet, prof van letterkunde te Brussel; Tardieu, voorzitter der Belgische Academie
Voor den tienjaarlijkschen prijskamp van wijsgeerige wetenschappen zullen zetelen: Callier, Capart, Dwelshauwers, Leclerc, Mgr. Lamy,
| |
| |
respeetieveijk hoogleeraars te Gent, Brussel en Leuven; Loomans, lid der Belgische Academie en Monchamp leeraar in het Seminarie te Luik, lid der Belgische Academie.
† Dokter Goffin, strijdende Brusselsche flamingant en als dusdanig in den gemeenteraad der hoofdstad gekozen. - Stortenbeker, beroemde Hollandsche dierenschilder. - Baron Prosper de Hauleville, dagbladschrijver, kunstcriticus, historieschiijver en letterkundige van naam, lang bestuurder van het Journal de Bruxelles en La Revue Générale; hij maakte ook deel van den Brusselschen gemeenteraad. - Cesar Snoeck, te Gent, bekend om zijne prachtige verzameling van oude muziekinstrumenten waaiover hij menige vlugschriften uitgegeven heeft. - Te Marburg de Hofrath Hans Wochenhuren; schrijver van eenige met hoog verdienstelijke romans, was inzonderheid gekend voor zijne merkwaardige oorlogsverslagen: Krim, Oostenrijk, Italiaansche veldtocht, opstand van Polen, Sadowa, Sedan. - Prof. Stokes. hoogleeraar in de kerkgeschiedenis aan de Univeisiteit te Dublin, schrijver van Ireland and the Celtic Church, Ireland and the Anglo-Norman Church en andere werken op dit gebied. - Fréderic Béchard, tooneelcritiek in ‘Gazette de France’ en schrijver, in medewerking met Armand de Pontmartin van verschillende romans: Corbeaux du Gévaudan, Traqueurs de dots. Jambe d'argent, enz. - James Payer, Engelsche schrijver van een 100 tal romans van den ouden stempel en waaronder de bekendste is By Proxy. - Borchenhagen, publicist te Bloemfontein (Oranje-Vrijstaat) en vurige bestrijder der Engelsche belagers der Zuid-Afnkaansche Nederlandsche Republiek. - Paul Kustoks, welbekende Belgische landschapschilder te Parijs. - Sandbergen vermaarde aardkundige te Wurzburg. - Zaoharius Topelius, Finsche dichter en novellist te
Helsingfors. - Eleonore Marx, de jongste dochter van Karel Marx, den schrijver van Das Kapital, het eerste evangelie der Sociaal-democratie. Zelve schreef en sprak zij voor het parlementair socialisme; buiten kerk en wet was zij de vrouw van Dr. Aveling; zij heeft zich vergiftigd. - A. Wauters, stadsarchivans van Brussel, schrijver van de geschiedenis der hoofdstad, van vele gemeentemonographien uit het Brabantsche, oudheidskundige studien en geschiedkundige werken.
|
|