Voorwoord bij de Ie en IIe druk
De uitgave van deze ‘Beatrijs’ heeft niet tot doel de reeds indrukwekkende reeks uitgaven en studiën van ‘Beatrijs’ met een nieuwe te vermeerderen.
Na al hetgeen over ons middeleeuws gedicht gepubliceerd is, heb ik gemeend nuttig werk te verrichten met eindelijk de belangstellenden de oorspronkelijke tekst in photo-typographische afdruk te bezorgen. De aanwezigheid van deze naast de tekst in typographie stelt een einde aan de twijfel over al of niet diplomatische weergave en laat de lezer toe zich hiervan zelf te vergewissen.
De afdruk van het handschrift bood mij tevens een welkome gelegenheid de studenten in te leiden in de lezing der antieke teksten en hun aandacht te vestigen op het zo weinig ontgonnen domein der paleographie en der middeleeuwse graphiek. Daarom vroeg ik aan Dr. G.I. Lieftinck, conservator der handschriften der bibliotheek der Rijks-Universiteit te Leiden, een zo uitgebreide beschrijving van het handschrift van uit louter archeologisch en paleographisch standpunt.
Dat de lezing van de tekst ook belangstelling zal wekken voor nadere studie van de inhoud, is van zelf sprekend; wellicht ging deze belangstelling het grijpen naar dit boek vooraf. Tot Dr. Rob. Roemans, die door tal van waardevolle bibliographische werken de weetlustigen zoveel diensten heeft bewezen, wendde ik mij bij voorkeur voor het opstellen ener volledig analytische bibliographie.
Verder werden bij de uitgave van de tekst een korte inleiding, enige mijns inziens onmisbare algemeenheden betreffende het gedicht inhoudend, en een bundeltje nota's ter vergemakkelijking der lezing gevoegd.
Dr J. van Mierlo S.J. stelde mij zijn onuitgegeven nota's ter hand, en liet mij toe aan het einde van