Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes

[p. 95]

Slot-zang.

Wijs: Peut-on affliger ce qu'on aime? Of: Kan men zijn liefdes voorwerp kwellen?

Vaar wel, vaar wel Bataafsche Telgen!

Wij zongen blij,

Ons Land is vrij!

O Nakroost der aloude Belgen,

Kon Bato 't hoofd ten graf uit steeken,

Hij zoude u moed in 't harte spreeken,

En zeggen: Gij zijt echte Zoonen,

Die eindlijk eens mijn trouw, mijn moed wilt loonen;

Ga voort, verplet de dwinglandij,

En leef, of sterf als Bato, vrij! (da Capo)

[p. 96]

 

Vaar wel, vaar wel Bataafsche Telgen,

 

Verliest geen moed,

 

Het dierbaar goed

 

Der Vrijheid, voegt u, dappre Belgen,

 

Blijf, blijf dat edel pand bewaaren,

 

Dan zal den duistren nevel klaaren

 

Van tegenspoed, dan treed den zegen

 

Uw Vaderland en dappre Burgers tegen,

 

Ga voort, verplet de Dwinglandij,

 

En leest als ware Belgen, vrij! (da Capo)