Barend Botje ging uit varen
(ca. 1885)–Anoniem Barend Botje ging uit varen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Hansje Knipperdolletje
Die zat laatst aan den dijk,
Hij krabde daar zijn bolletje,
Zijn mutsje viel in 't slijk.
Toen kwam daar een meisje loopen;
Hansje, wil je je mutsje verkoopen?
Neen zus, malle zus!
Wie verkoopt er ooit zijn muts?
| |
[pagina 3]
| |
Berend Botjen ging uit varen
Met zijn scheepjen naar Zuidlaren.
De weg was recht,
De weg was krom,
Nooit kwam Berend Botjen weerom.
| |
[pagina 4]
| |
De bakker op den hoek,
Die heeft van nacht geblazen,
De vellen van zijn broek,
Die hangen voor de glazen,
Als een boekweiten koek.
| |
[pagina 5]
| |
Klaas Vaak, die komt,
Klaas Vaak, die komt,
Hij komt de schoorsteen in;
Hij komt op kindjes oogjes,
Is dat geen goed begin?
| |
[pagina 6]
| |
Ju, ju, paardjen,
En jij moet naar den stal;
De koetjes eten 't hooi op,
En jij krijgt niemendal.
| |
[pagina 7]
| |
Twee mannetjes waterhalen,
Twee mannetjes pompen,
Hoog op de klompen,
Laag op de muilen;
't Kindjen begint te huilen
Dek toe, dek toe,
Dominee op den preekstoel.
|
|