uitslagen; overeenkomstig de aldus bekomen volgorde werd de eerste prijs toegekend aan El Sordo, voor zijn verhaal ‘Intermezzo’ en de tweede prijs aan Amaryllis voor ‘Een mond als een tam-tam.’
Wat het verhaal ‘Intermezzo’ betreft willen wij wel verklappen dat het door twee juryleden eerst geplaatst werd; één jurylid gaf het nummer twee, een ander nummer drie, terwijl de twee overblijvende het slechts op de vijfde plaats rangschikten. Ongetwijfeld zit er een mooie stof in dit verhaal. Er is atmosfeer en milieu-schildering, maar de schriftuur kon sterker zijn.
‘Een mond als een tamtam’ bekwam volgende individuele klasseringen: eenmaal eerste, eenmaal tweede, tweemaal derde, eenmaal vierde en eenmaal zevende. Het jurylid dat dit verhaal eerst rangschikte rechtvaardigde zijn oordeel als volgt: ‘om de humor van het verhaal, dat de grillige geesteskronkel van de inlander vrolijk weergeeft’. En een ander jurylid getuigt: ‘uitstekende schets, niet zozeer typerend voor de ‘mens’ in het algemeen dan wel voor de kongolese mens. Getuigt van veel inzicht, doorzicht, kennis van het milieu en van de ‘Pappenheimers’. Rustig geschreven, het woord steeds in dienst van het gebeurde, zonder kapriolen. Te klassificeren onder de rubriek: letterkundig waardevolle bijdrage tot de folklore van Kongo’.
De redactie van ‘Band’ wenst beide bekroonden van harte geluk. De prijs die zij eerstdaags zullen ontvangen weze hun een aanmoediging om zich verder te volmaken.
Dat de inzenders wier werk niet bekroond werd zich hierom niet laten ontmoedigen: ook ‘Het Nijlpaard Musiti’, ‘Scherven’ en ‘De Vrede komt morgen’ werden elk eenmaal eerst gerangschikt.
Intussen is onze prijskamp 1959 reeds volop aan gang. Wie doet het beter dan de auteurs van ‘De dood van Mijnheer Morez’, ‘Chinkie en Bassy’ en ‘De heilige stenen’? Wij verwachten nog talrijke en degelijke inzendingen.
Mogen wij er ten slotte bij onze abonnenten op aandringen dat zij zonder uitstel hun leesgeld voor 1959 zouden betalen. Zoals ieder jaar hebben wij verondersteld dat wie bij het einde van 1958 zijn abonnement niet afzegde, voor 1959 abonnee gebleven is.
Zij die bovendien nieuwe lezers aangeworven hebben, - en we bedoelen vooral de Vlaamse Vriendenkringen van Coquilhatstad, Kolwezi en Kitega, - gelieven hier onze welgemeende en hartelijke dank te aanvaarden.
BAND