Daarom vragen wij dat alle vlamingen rond ‘Band’ geschaard blijven. Als Roeland storm luidt, lopen de vlamingen eendrachtig in 't geweer. Helaas, als de storm geluwd is, gaat ook de eendracht vaak te leur. Zelfkritiek mag niet ontbreken, zij staat er borg voor dat de principes niet prijsgegeven worden, maar ze mag niet ontaarden in masochistische extremen. Wij moeten solidair blijven, want deze solidariteit is onze sterkte, en ‘Band’ is het symbool van deze solidariteit. Inderdaad, ‘Band’ is meer dan een ‘Tijdschrift voor Vlaams Kultuurleven’, het was en blijft het bindsnoer tussen alle vlamingen in Kongo, het kruispunt van alle uitingen van vlaams geestesleven, de bron waaruit de vlaamse bewustwording opwelt. ‘Band’ staat wijd open voor iedereen en voor iedere richting, wij zonderen ons niet af in een ivoren toren, want wij beseffen ten volle dat ivoren torens gauw bouwvallig worden. Wij richten vooral een oproep, een dringende oproep tot de jongere generatie opdat zij het gebouw zou helpen voltooien waarvan ‘Band’ de funderingen gelegd heeft.
De oudere garde denkt met weemoed terug aan de goede oude tijd toen ‘Felis Leo’ nog in ons tijdschrift brulde, en ‘Leonie’ haar wijsheid verkondigde. Maar ook de jongere ploeg mag er zijn. Al is de inhoud van ons tijdschrift misschien ‘zwaarder’ geworden, (zonder onszelf voor te ernstig te nemen), de verscheidenheid is gebleven: alle onderwerpen vinden er hun plaats in. De vele speciale nummers getuigen van onze vitaliteit en standing. Wij danken hier dan ook onze talrijke en trouwe medewerkers van de laatste jaren.
Wij hopen dat dit lustrumnummer in ieders smaak moge vallen. Het staat in het teken van de band met het moederland. Al de vlaamse letterkundigen die de laatste jaren in Kongo te gast waren hebben er aan meegewerkt. Het is een prestigieuze lijst: Pieter-Geert Buckinx, Marcel Coole, Karel Jonckheere, Maurice Roelants, A.K. Rottiers, Emiel Van Hemeldonck en Gérard Walschap. Wij drukken hier onze erkentelijkheid uit voor de actieve belangstelling die zij voor ‘Band’ tonen en hopen dat van hun Kongolese ervaring blijvende scheppende kracht voor hun werk moge uitgaan.
Wij hopen tenslotte - en het is een stoute hoop - dat ook in eigen Kongolees milieu een volwaardige vlaamse letterkunde moge ontluiken.
Band.