Band. Jaargang 14(1955)– [tijdschrift] Band– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 412] [p. 412] Nieuwe verzen Nergens Ach, nergens kan de mens zichzelf ontlopen. Een valk, nog zwaar van slaap, staart uit de oerwoudboom over het zwarte water van de stroom, onder de schilferwitte zon der tropen. Loom slaapt het dorp in het namiddaglicht - nog roestig - groen en dorstig naar de dauw vouwden de planten reeds hun vleugels dicht. Geluidloos als een zwaan drijft ginds een prauw uit de lianen en het rode riet tussen de zwarte rotsblokken en klippen. Gij proeft de geur van brandhout op de lippen en denkt: ook hier, ook hier ontkom ik niet aan de roofvogels van het verdriet. P.G. Buckinx. Vorige Volgende