| |
| |
| |
| |
[Nummer 6]
Woorden met historische Betekenis
OP het ogenblik, lezer, dat dit nummer U bereikt, is een voor Kongo van historisch belang zijnde periode achter de rug. Op dat ogenblik is onze jonge Vorst, Z.M. Koning Boudewijn teruggekeerd in het moederland van zijn korte maar vermoeiende tocht doorheen de Belgisch-Afrikaanse gebiedsdelen. In de stille rust van een gezinskring op het Paleis te Laken zal er nog lang nagepraat worden over deze triomfantelijke ontvangst van Z.M. in de Kongolese hoofdstad en de hoofdplaatsen der verschillende Kongolese provincies. Zelden werd een staatshoofd met zo'n spontaan opbruisende geestdrift door zijn onderdanen onthaald. Lange tijd nog zal de Koning in zijn besprekingen met zijn ministers en raadgevers gedenken al wat Hij, tijdens dit eerste officieel bezoek aan Kongo, heeft gezien, gehoord en ervaren.
Wij hier in Kongo hebben ons, na dit intermezzo van enkele dagen, weer aan het werk gezet, het werk van elke dag dat uiteindelijk moet leiden tot de algehele ontplooiïng van Kongo en zijn bevolking.
De uitbundige geestdrift en de feestroes die gepaard gingen met de ‘Blijde Intrede’ van de Vorst in zijn overzees Rijk, heeft bij velen wellicht de toespraken overstemd die ter gelegenheid van deze onvergetelijke gebeurtenis werden gehouden door de Koning zelf als door de hoogste instanties van de Kolonie.
| |
| |
Wij menen nochtans dat deze toespraken een ruimere verspreiding verdienen, en dat zij het overwegen waard zijn, omdat zij ongetwijfeld in de toekomst van historisch belang zullen blijken te zijn. ‘Band’ voelt het dan ook aan als een plicht deze toespraken in extenso te publiceren.
| |
De gouverneur-Generaal spreekt:
Ziehier dan allereerst de volledige Nederlandse tekst van de rede die op Dinsdag, 17 Mei 1955, gedeeltelijk in het Frans en gedeeltelijk in het Nederlands, in het Koning Boudewijnstadion te Leopoldstad werd uitgesproken door dhr. Pétillon, Gouverneur-Generaal van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi.
Sire,
De toejuichingen die uit deze massa opstijgen, waar Afrikanen en Europeanen ondereen de aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning op Kongolese bodem begroeten, vertolken met geestdrift de gevoelens van aanhorigheid onzer bevolking aan België en van hare gehechtheid aan zijn Dynastie.
Wij verwachtten de Koning met zulk eerbiedig ongeduld dat onze blijdschap heden ten top is gestegen, want wij hebben U, Sire, veel te zeggen en veel te tonen.
Voor deze vijf en zeventig duizend toehoorders in het stadion dat Zijn naam draagt, zal ik trachten de ziels- en geestesgesteldheid uit te drukken, waarin wij Zijne Majesteit de eerbewijzen van Kongo willen brengen.
Wij herdenken in de eerste plaats de nauwe banden die zich, in het raam van de Belgische gemeenschap, stevig tussen Kongo en de Dynastie hebben aangehaald.
Is België ontstaan uit de wil van een volk, Kongo daarentegen is geboren uit de wil van een Koning. Op het Nationaal Koloniaal Congres in 1920 heeft Koning Albert zulks in herinnering gebracht: ‘Op dit onmetelijk werk, dat Hij tot een goed einde heeft gbracht, d.w.z. de Annexatie door België, heeft Leopold II het onbetwistbaar recht van de uitvinder’.
De Vorst, met de onverzettelijkheid die Hem kenmerkte en onder welke omstandigheden ook, stelde zich ten doel dit recht uitsluitend te gebruiken voor de edelmoedige plannen waarmede Hij zich van den beginne af had belast: tegelijkertijd België een Kolonie en de Afrikanen een Moederland schenken.
Is het immers te verwonderen dat Leopold II, met zijn diepe bekommering voor de continuïteit van de Dynastie, gewenst heeft dat de bijzondere belangstelling door de Kroon voor het koloniaal werk getoond, niet met Hem zou verdwijnen?
Deze wens werd ten volle verhoord, want steeds waren de gedachten en zorgen van onze Vorsten in de eerste plaats gericht op de ontwikkeling en opbloei van Kongo.
| |
| |
Van de beginselen, waarop onze aanwezigheid en onze actie in Afrika steunen, is de Koninklijke gedachte nooit afgeweken. Doorheen de generaties was zij één en verscheiden, sterk en vruchtbaar. Ook was zij steeds uiterst precies.
Onvermoeibaar hebben onze Vorsten voortdurend gedacht, gezegd en geschreven dat Kongo integrerend deel uitmaakt van het land.
Als dusdanig is het toegankelijk voor al zijn kinderen. België heeft er een taak van hoge beschaving op zich genomen, en het is in zover het daarbij het geluk der inboorlingen zal verwezenlijken dat het de toekomst van dit werk zal verzekeren. Zijn best begrepen belang valt hier samen met zijn meest dwingende plicht die het een politiek van menslievendheid en vooruitgang oplegt. Aan het slagen van deze politiek moeten allen met bezieling medewerken, met verheven ambitie, rechtmatig realisme en, desnoods, met geestdriftige zelfverloochening.
In tijden waarin zoveel overijlde en contradictorische ideologieën ontstaan, mag de voortduring van een zo grootse en zo wijze gedachte ons het gevoel geven van billijke trots en blijvend zelfvertrouwen.
Zich steunende op deze beginselen en met een scherpe zin voor de werkelijkheid, heeft ieder van de voorgangers Uwer Majesteit, in de loop der tijden, zich beijverd om het essentiële te bepalen van de problemen die zich stelden in Kongo onder Hun bewind en - eenmaal deze problemen ingezien - de oplossing er van in de hand te werken.
Op Leopold II, de Bouwer, rustte de reusachtige taak de aanvankelijke, voor het leven zelf en de latere vooruitgang van het land onontbeerlijke voorwaarden te scheppen: begrenzen, de gruwelijke slavenhandel afschaffen, pacificeren, de natuurlijke hindernis overwinnen tussen de zee en het binnenland, de eerste menslievende verenigingen en instellingen oprichten en aanmoedigen... Dat deze taken in minder dan 23 jaar tot stand zijn kunnen komen, zal ons en onze kinderen steeds verbijsteren en onze bewondering afdwingen.
Toen Koning Albert de troon besteeg vond Hij Kongo - dat Hij reeds goed kende - op stevige grondslagen gevestigd. Het ging er om de organisatie en de voorspoed te ontwikkelen. De Grootvader van Uwe Majesteit legde op drie punten, die Hij van fundamenteel belang beschouwde, de nadruk: de gezondheid der bevolking, de verbindingswegen en het wetenschappelijk onderzoek.
Men weet met welke volharding de Koning deze doeleinden aan zijn landgenoten aanbeval en men herinnert zich de initiatieven die Hij nam om ze te helpen verwezenlijken. Benevens hetgeen Hij tot stand bracht op het gebied van verkeers- en vervoerwezen, moge het hier volstaan te wijzen op het indukwekkend aantal instellingen dat onder Zijn regering en onder Zijn impuls is ontstaan: het Koninklijk Belgisch Koloniaal Institut dat Uwe Majesteit onlangs heeft verheven tot de rang van Koninklijke Academie, het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde, het Koningin Elisabethfonds voor Geneeskundige Hulp aan de Inboorlingen, het Nationaal Albert-Park, het Nationaal Instituut voor de Landbouwstudie in Belgisch Congo. Dat was de vredesarbeid van de Ridder-Koning.
| |
| |
Doch reeds werd de Koninklijke actie voor de toekomst voorzien. Terwijl Koning Albert aan het bedenken was dat Kongo in een stadium van evolutie was getreden waarin sociale en economische vooruitgang in nauwe samenhang tot stand zouden moeten komen, deelde Prins Leopold, Wiens vele reizen Hem hadden geleerd deze problemen te doorgronden, de beslommeringen van Zijn Doorluchtige Vader.
Nog leeft in ons de bezielende herinnering van de fundamentele redevoeringen die de Hertog van Brabant in 1926, op het Nationaal Congres uitsprak en in 1933 in de Senaat, redevoeringen waarin Hij ideeën uiteenzette die sommigen gewaagd mochten voorkomen, maar waarvan de toekomst - wij onderstrepen het, Sire, met een onzegbare, blijde trots - ging bewijzen dat zij verbazend scherpzinnig waren, inzonderheid wat betreft de problemen van de inheemse arbeidskrachten en van de verheffing der plattelandsmilieu's door het invoeren van de beginselen van het landbouwersbedrijf.
Ontroerend getuigenis van de continuïteit van de Koninklijke gedachte en invloed: het Nationaal Instituut voor Landbouwstudie in Belgisch-Kongo, op 22 December 1933 ingesteld bij een decreet van Albert I en dat sinds korte tijd door de Broeder van Uwe Majesteit wordt voorgezeten, werd officieel, op 24 Maart 1934, door Leopold III geïnstalleerd.
Trouw aan de Koning, tijdens de somberste beproevingen die wij daarna hebben moeten ondergaan en die ons van Hem scheidden, verbeidden wij met ongeduld de dag waarop, na onze oorlogstaak te hebben volbracht, het weer mogelijk zou zijn de weg te vervolgen die ons, zo lang reeds, was gebaand. Meer dan ooit stonden wij geschaard om de Dynastie en vatten wij weder de harde, schone vredesarbeid aan die wij, Sire, heden ten dage met U voortzetten.
En thans staan wij voor de weken die zijn voorzien voor het bezoek van Uwe Majesteit, tijdens welke Hij de bezorgde nieuwsgierigheid en hoge belangstelling zal kunnen voldoen waarvan Hij steeds blijk heeft gegeven ten aanzien van Kongo; tijdens welke wij trots zullen zijn de Koning te tonen wat wij in het hart van Afrika, in een mensenleven, hebben tot stand gebracht.
In een land, ontvolkt door slavenhandel en stammenoorlogen, hebben de vrede, de gerechtigheid en de orde voortdurend geheerst.
Een bekwame Administratie en een rechtschapen magistratuur wijden zich geheel en al aan haar veelvuldige taken en in de eerste plaats aan de bescherming en verheffing der inheemse bevolking, aan haar vorming en die van haar hoofden.
Onze Weermacht, die tijdens de twee wereldoorlogen op het front een roemrijke rol heeft gespeeld staat borg, samen met de strijdkrachten uit het Moederland in de Basis van Kamina en de bases van Neder-Kongo, voor de ongeschondenheid van het grondgebied; zij neemt, in vredestijd, een werkzaam en belangrijk aandeel in het gemeenschappelijk beschavingswerk.
Het onderwijs, de missies en zendingen, de philantropische instellingen hebben gaandeweg hun arbeidsveld uitgebreid en het kleinste dorp bereikt.
De geneeskundige hulp en de sociale bijstand hebben reeds het demografisch aspect van het land gewijzigd. Niet alleen houden de grote organismen | |
| |
voor wetenschappelijk onderzoek zich ingespannen bezig met de eigenlijke plaatselijke problemen, maar zij werken ook mede aan de internationale actie voor de verbetering van de kennis en van het welzijn der mensheid. Kongo werd een uitgebreid gebied voor productie en ruil: het economisch leven, dat met versneld tempo klopt in het hart van onze steden en in het binnenland, put zijn krachten zowel in de mijnen, bossen, meren en stromen als in de brousse. Een openbare uitrusting die voortdurend ontwikkelt, stelt ter beschikking van nijverheid, handel en landbouw, de nodige energiebronnen, havens en verbindingswegen.
Om sterkte en cohaesie aan de verschillende inspanningen te geven, kwamen nieuwe organismen de actie steunen van de instellingen die de voorgangers van Uwe Majesteit reeds hadden opgericht. Het Fonds voor Inlands Welzijn en het Tienjarenplan hebben zich met machtige middelen aan het werk gezet, ten einde de methodische plannen van sociale en economische aard uit te werken en te verwezenlijken. De Dienst voor Afrikaanse Wijken houdt zich ijverig bezig met de oplossing van het huisvestingsprobleem in de centra. Het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Centraal-Afrika wijdt zich aan de studie van de kennis van de mens en de natuur. De Spaarkas leidt een doeltreffende actie ter bevordering van de spaarzin bij het volk, hoofddeugd van het gezin. De Kredietmaatschappij voor de Kolonisten en de Nijverheid bevordert de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen van Europese kolonisten; een uitbreiding van haar activiteiten, die op het juiste ogenblik komt, zal haar voortaan in staat stellen bij te dragen tot de vorming van een autochtone middenstand. De Centrale Bank beschermt de munt en waakt, met haar bevoegde administratiediensten, voor de harmonie van onze internationale handel.
Speciaal dient melding gemaakt van het Vice-Gouvernement-Generaal van Ruanda-Urundi, eveneens het schouwtoneel, doch sinds dertig jaren slechts, van onze inspanningen.
Wanneer wij hebben aanvaard de bevolkingen van dit Gebied, in samenwerking met de internationale instanties, naar hun bestemming te voeren, hebben wij de omvang van onze verantwoordelijkheid gemeten. Wij ijveren ginder met dezelfde bezieling en volharding die ons hier in Kongo aandrijven.
Hoewel de problemen er vaak verschillen, brengen wij aan het Voogdijgebied het volle genot van onze ervaring en van de stevigheid onzer instellingen, terwijl wij tevens zijn karakter eerbiedingen en het helpen de oplossing voor eigen moeilijkheden te vinden.
Het is immers zó dat, wanneer België een taak opneemt of aanvaardt, het daarbij het beste van zichzelve geeft.
Sire,
Uwe Majesteit weet dat men in dit land zelden over het verleden spreekt maar elke dag over de toekomst.
Op de plek van de weg waar wij ons thans bevinden, zijn wij niet alleen gejaagd door de bezorgdheid voor nieuwe problemen maar ook door het verlangen naar grotere veroveringen.
| |
| |
Zeker, wij moeten nog méér ziekenhuizen bouwen, de levensstandaard der bevolkingen nog verhogen, onze uitrustingen nog méér ontwikkelen; dit zijn allemaal doeleinden die, in een modern en steeds voorschrijdend land, nimmer geheel en al te bereiken zijn. Doch wat heden onze diepste aandacht verdient is van een andere aard.
Kongo kent sinds enkele jaren een grondige evolutie; zoals elk groeiend organisme, heeft het een moeilijke en ondankbare leeftijd bereikt. De Belgische aanwezigheid - die wordt aangevuld met degenen die wij in deze openstaande streken onthalen om aan onze taak mede te werken - drukt op deze bodem een steeds diepere stempel. Hij is voorgoed Belgisch geworden, dermate, Sire, dat U hoe langer hoe meer onderdanen uit het Moederland telt die het besluit hebben genomen hier te leven, hier te sterven en hier hun stam te vestigen. Van hun kant worden de autochtonen, die hun oude gewoonten afleggen, zich bewust van de eminentie van de menselijke persoon. Deze mensen van zó verschillende herkomst, die elkaar steeds beter leren kennen, elkander hoe langer hoe meer waarderen en die straks voorgoed zullen samenleven, voelen best de noodzaak van nieuwe structuren aan.
Deze aspiraties - ondanks de angstwekkende problemen die zij opwekken - zijn voor ons een opbeuring, want wij weten dat zij in de zon van onze beschavingsactie zijn gerijpt. Zij hebben zich ontwikkeld, niet in bitterheid wegens ons onbegrip, maar dank zij de voortdurende zorg die wij, onder de edelmoedige impuls van onze Vorsten, aan de vooruitgang van het Land hebben besteed. De hervormingen die zij omvatten zijn een doel waarnaar wij hebben gestreefd.
Maar zij betekenen ook - wij mogen het niet loochenen noch vergeten - een vertrek waarvan het uur reeds heeft geslagen, op een weg die wij hebben gebaand en die ongetwijfeld lang zal zijn; die men zal moeten afleggen in een vastberaden doch beleidvolle mars naar de Staat die wij willen opbouwen en aan de oprichting waarvan ieder het beste van zijn eigen vernuft zal schenken.
De gemeenschap in deze Staat zal zich economisch, sociaal en politiek niet kunnen organiseren, indien hij niet eerst groeit in het hart en in de geest.
Het is wellicht een koene onderneming; zij zal ongetwijfeld moeilijk zijn. Maar zij is niet tegennatuurlijk en ligt zo goed in de rechte, duidelijke lijn van onze gevoerde actie dat wij er zeker van zijn te zullen slagen.
Het werk brengt voorwaar geen andere moeilijkheden mede, dan de onweegbare en geschakeerde, die men ondervindt in elk groots plan, waarvan het slagen afhangt van een gestadige arbeid van mens tot mens, van hart tot hart, van ziel tot ziel.
Dit is het grote actuele probleem van onze toekomst, het essentieelste menselijke probleem dat Kongo ooit heeft gekend en waarover Zijne Majesteit. wij weten het, zich ten zeerste bekommert.
Wij menen, Sire, dat het, bij het onthaal van Uwe Majesteit, een gepaste gelegenheid is, niet alleen om U te zeggen hoe verheugd en trots wij zijn U | |
| |
te tonen wat wij hebben volbracht, maar ook om U loyaal voor te leggen wat nog dient volvoerd overeenkomstig de bevelen van de Koning.
Leve de Koning!
| |
Zijne Majesteit antwoordt:
Deze hooggestemde toespraak van dhr Gouverneur-Generaal werd vervolgens beantwoord door Z.M. Koning Boudewijn, in een vaste, duidelijke, ja mannelijke taal. De zuiverheid en correctheid waarmede de jonge Vorst het Nederlandse gedeelte van zijn rede uitsprak, is ongetwijfeld veel Vlamingen, zowel in Kongo als in het moederland, naar het hart gegaan.
Wij geven hier dan de toespraak weer in haar geheel, zoals zij door Zijne Majesteit werd uitgesproken:
Monsieur le Gouverneur Général,
Mes Chers Compatriotes,
C'est avec fierté que je prends aujourd'hui la parole devant vous, dans la capitale de nos territoires d'Outre mer, donnés à la souveraineté belge par le génie de Léopold II.
Je suis heureux de venir apprécier par moi-même le grande oeuvre qui, depuis trois quarts de siècle et malgré des difficultés sans nombre, se poursuit sur cette terre d'Afrique. Je rends hommage à tous ceux qui en sont les artisans: officiers et soldats de la Force Publique et des troupes Métropolitaines, fonctionnares et magistrats, savants, techniciens et industriels; missionnaires enfin qui, au coeur du continent noir, ont apporté les bienfaits de la civilisation chrétienne, ciment solide entre la Belgique d'Afrique et la Belgique d'Europe. Ensemble, ils ont transformé moralement et matériellement ces vastes régions de l'Afrique Centrale où sévissaient la maladie, l'insécurité et souvent la misère.
Hélas, il n'est pas donné à chacun d'assister au couronnement de ses efforts: j'adresse une pensée émue et reconnaissante aux pionniers des heures difficiles tombés dans l'accomplissement de leur tâche.
Vous avez, Monsieur le Gouverneur Général, rappelé l'action de la Dynastie dans l'oeuvre civilisatrice de la Belgique. J'y suis très sensible.
Met Zijn scherpe blik op de toekomst, voorzag Koning Leopold II de onweerstaanbare expansiedrang waarin Kongo zou worden meegesleept en legde hij de perken vast van deze samenwerking.
Wij nemen ons voor, binnen het kader te blijven van deze wijze opvattingen die een waarborg zijn voor de onafhankelijkheid onzer overzeese gebieden.
Het aandeel van Afrika in de wereldeconomie wordt steeds belangrijker: wij mogen het niet uit het oog verliezen en ons niet laten voorbijstreven.
Het is noodzakelijk de industriële uitbreiding bij de ontwikkeling van de landbouw aan te passen. De landbouw toch blijft de meest stabiele bron van rijkdom voor een volk, en verzekert zijn stoffelijke en zedelijke gezondmaking.
De expansie van een jong land wordt enkel verrechtvaardigd door de steeds groeiende welvaart van de autochtone bevolking.
| |
| |
Koning Albert, mijn grootvader, had dit begrepen en was inzonderheid begaan met het lot van de inlander. Vurig voorstander van elke maatschappelijke vooruitgang heeft Hij menigmaal de nadruk gelegd op onze verplichtingen in dit domein.
Anderzijds zag Hij in, dat het volstrekt noodzakelijk was maatregelen te treffen om, voor de komende geslachten, de Natuur ongerept te behouden.
De stichting van de nationale parken, waaronder er een Zijn naam draagt, heeft het mogelijk gemaakt kostbare reservaten te beschutten van het dierenen plantenrijk. Wij zijn vast besloten ze in ongeschonden toestand te bewaren.
Mes Chers Compatriotes,
Dans l'examen des problèmes requérant notre attention, nous n'avons à nous inspirer que de notre conscience et de nos devoirs; ceux-ci ne peuvent nous être dictés que par nous-mêmes qui connaissons à fond les territoires de l'Afrique belge et leurs habitants. Nous savons les impératifs que nous impose notre souveraineté, et celle-ci doit être exercée sans partage.
Mon Père, le Roi Léopold III qui porte à ce Pays, comme Ses Prédécesseurs, le plus vif attachement, m'a élevé dans l'idée que Belgique et Congo ne forment qu'une nation, ce principe commande au Souverain d'assurer l'intégrité de leurs territoires et de veiller à leur prospérité ainsi qu'au bonheur de leurs populations.
Ces prescriptions demeurent à la base d'une politique de large compréhension mutuelle fondée sur le respect de la personne humaine. Déjà en 1933, le Roi Léopold affirmait au Sénat:
‘L'intérêt supérieur d'une Colonie implique le relèvement morai et matériel de l'indigène. Prenons contact avec lui, cherchons à le connaître, inspirons-lui confiance. Rencontrons-le résolument sur le plan humain où nos solidarités s'affirment et où nos intérêts se confondent’... Ces principes ont gardé toute leur actualité; c'est pourquoi, si les problèmes économiques sont de première importance, je n'hésite pas à affirmer que les problèmes sociaux et politiques le sont tout autant.
M'adressant aux populations autochtones du Congo, je tiens à leur dire; ayez confiance en la Belgique et en ses représentants, nous connaissons vos qualités morales et intellectuelles, votre énergie et votre capacité laborieuse: nous rendons hommage à votre dévouement et à votre attachement à la Belgique.
Me tournant ensuite vers les Belges d'Europe, je leur dis: conservez votre ardeur au travail, votre volonté de réussir, sans toutefois jamais perdre de vue vos responsabilités. Maintenez parmi vous le sens de la discipline et le respect de l'autorité; gardez intacte votre fidélité au pays.
A tous je demande de rester unis dans le même amour de la Patrie.
Que Dieu protège le Congo et le Ruanda-Urundi, si intimement associés à la Belgique pour leur bonheur et leur prospérité.
Sikawa baninga Naloba na Congolais,
Boyamba Belgique, boyamba mpe bakonzi ba yango. Toyeba binu bozali na motema malamu mpe na mayele malamu. Toyeba binu bozali na mposa
| |
| |
V. Van Gogh Zelfportret Cliché ‘De Antwerpse Gids’
| |
| |
V. Van Gogh Boomgaard Cliché ‘De Antwerpse Gids’
| |
| |
monene na bobongisi ekelo na binu. Tokotondo binu zambi binu bopesi motema na binu o maboko na bisu.
Baninga, botikala banso na kolinga ekolo na bisu na motema moko.
Nzambe abetela Congo na Ruanda-Urundi na Belgique. Banso bakotambola boye o nzila na boboto mpe na kolongono.
| |
Blank en zwart
Als er misschien bij sommigen nog mocht twijfel bestaan hebben over het belang van het feit dat een staatshoofd zijn onderhorigen toespreekt in eigen taal, zal die twijfel - hopen wij - in Kongo wel zijn weggevaagd na de stormachtige toejuichingen waarmee, die memorabele 17de Mei, de inlandse bevolking in het Boudewijnstadion te Leo, Z.M. dankte omdat Hij tot hen het woord had gericht in het Lingala.
Zo'n gebaar heeft ook politieke betekenis. Wij weten wel dat burgerzin en eenheid van politiek inzicht niet louter steunen op gevoelens van sympathie, maar deze spelen niettemin een zeer menselijke rol bij het aankweken van gevoelens van verkleefdheid en loyauteit.
Van deze verkleefdheid der autochtone bevolking van kongo aan België en zijn jonge Vorst werd op Woensdag, 18 Mei j.l. uiting gegeven door dhr. Jaak Massa, lid van de Raad van de inlandse cité van Leopoldstad en van de Gouvernementsraad, tijdens de plechtige ontvangst van Zijne Majesteit in de cité. Deze gevoelens van verkleefdheid en loyauteit werden door hem als volgt vertolkt:
Sire,
Eindelijk is de dag aangebroken die zolang werd verwacht door de inwoners van Uw uitgestrekt Afrikaans Imperium.
Uwe aanwezigheid in ons land, wakkert in onze geest de herinnering aan, aan de machtige en weldoende persoonlijkheid van Uw achtergrootoom, stichter van het merkwaardige beschavingswerk van Uw grote natie.
Wanneer wij een vergelijking maken tussen de diepe afgrond waaruit wij komen en de top van de beschaving waartoe wij geroepen worden, kunnen wij niet anders dan ons hart voelen kloppen van dankbaarheid ten opzichte van de Dynastie, waarvan Koning Leopold II destijds de illustere vertegenwoordiger was. Evenals ten overstaan van Uwe Majesteit die thans zijn plaats hebt ingenomen.
In naam van de bevolking die U omringt, verzoek ik Uwe Majesteit het bescheiden geschenk te willen aanvaarden dat wij Hem uit ganser harte aanbieden, als hulde van onze onwankelbare verkleefdheid.
Dit kunstwerk, werk van onze beeldhouwers, verpersoonlijkt de blanke man uit België en de zwarte man uit Kongo die, hand in hand, voortschrijden naar de bestemming van het Kongolese volk.
Daarin ligt de absolute voorwaarde geconcretiseerd voor het volle welslagen van het grootse werk dat in dit land ondernomen werd, en waarvan België, voor het aanschijn der mensheid, de zware, maar zo edele verantwoordelijkheden op zich heeft willen nemen.
| |
| |
Het is ons natuurlijk niet gegeven te kunnen lezen in de duisternis der toekomst. Wij geloven niettemin zeer luid te mogen verklaren dat, wat ons betreft, onze beslissing werd genomen: moge het Belgische volk blijven werken aan onze beschaving. De menigvuldige blijken van verkleefdheid en toewijding waarvan U het voorwerp zijt en nog zult zijn tijdens Uw rondreis doorheen het land, zullen een bevestiging inhouden van dit verlangen van Uw Afrikaans volk.
Sire,
Op het ogenblik dat de toejuichingen der Cité van Leopoldstad zich tot Uwe Majesteit richten, geven de talrijke volkeren der eerste provincie van dit land uiting aan hun diepste verknochtheid. Als boodschappers van hun volk zijn namelijk de belangrijkste inlandse overheden van dit onmetelijk gebied hier aanwezig en brengen U de hulde van hun onderhorigen.
Morgen zal de rest van ons volk, in een ontroerende feestroes U met geweld toejuichen, in eenzelfde enthousiasme als datgene dat het begin heeft gekenmerkt van Uw bezoek aan Kongo, en waardoor meteen reeds het triomfantelijk en majestueus karakter van deze reis wordt onderstreept:
Leve de Koning, Leve Belgisch-Kongo!
| |
De kristelijke beschaving en Kongo
De eerste Koninklijke woorden die via de radio weerklonken in de huiskamer van elke koloniaal en van de vele landgenoten die in het moederland op luisterpost waren, werden door Zijne Majesteit uitgesproken op de 17de Mei, alvorens hij in de Sint-Annakathedraal een plechtig ‘Te Deum’ zou bijwonen, in aanwezigheid van de hoogste burgerlijke, gerechtellijke, militaire en geestelijke autoriteiten van de Kongolese hoofdstad.
Antwoordend op de begroeting, in het voorportaal van de kathedraal in beide landstalen uitgesproken door Mgr Scalais, Apostolisch Vikaris van Leopoldstad, sprak de Vorst, eerst in het Nederlands, vervolgens in het Frans een kort dankwoord uit.
Tot slot laten wij nog beide toespraken volgen in Nederlandse vertaling. Eerst volgt deze van Mgr Scalais.
Sire,
Op het ogenblik dat Uwe Majesteit voor de eerste maal kontakt neemt met de Katholieke Kerk van Kongo, valt mij de grote eer te beurt U welkom te heten en voor U de tolk te zijn van de gevoelens van onwankelbare verkleefdheid van onze kristenen en hun missionarissen ten opzichte van de Belgische Dynastie. De Kerk kan inderdaad geenszins de hoge welwillendheid uit het oog verliezen waarvan zij steeds in Kongo het voorwerp is geweest vanwege de Souvereinen die achtereenvolgens de Belgische troon hebben bezet.
Bezorgd om de morele verheffing van de Kongolese bevolking, meer nog dan om hun materiële beschaving, hebben Zij steeds de onwaardeerbare weldaad der evangelisatie ter harte genomen. Bekommerd om België een | |
| |
ereplaats te verzekeren onder de andere naties, hebben Zij begrepen dat zij geen groter lof konden oogsten dan hun voorvaderlijk geloof te doen gedijen in deze immense gebieden. Zich tenslotte verheffend boven de aardse grootheden, die beheerst werden door de adel van hun ziel, hebben onze Vorsten gemeend niet glorievoller te kunnen regeren dan door in deze gebieden Kristus te laten regeren.
Sire,
Uwe Majesteit heeft de glorierijke taak van deze diep-kristelijke Vorsten overgenomen, en het is onze diepe overtuiging dat Uwe Majesteit diezelfde koninklijke baan zal blijven volgen. Onder Haar wijze leiding, zal ons Kongolees volk meer en meer vooruitgaan op de weg van de beschaving. Het bewind van Uwe Majesteit zal de kroon van België met nieuwe luister verrijken. Het zal de roem van ons geliefd vaderland hoog houden. Deze heerlijke taak is tevens een zeer zware taak. Maar de kristenen van Kongo en hun missionarissen zullen Uwe Majesteit ter zijde staan met behulp van hunne gebeden.
Het weze ons toegelaten Uwe Majesteit ten zeerste te bedanken omdat Zij zich, bij de aanvang van Hare reis, plechtig onder God's bescherming wil komen stellen. Wij bidden God, uit de grond van ons hart Sire, opdat Hij Uwe Majesteit overvloedig zou zegenen en Haar een voorspoedige reis verlenen.
God berscherme België en zijn Koning.
Deze toespraak werd door Z.M. beantwoord in volgende bewoordingen:
Monseigneur,
Ten zeerste getroffen door Uw vriendelijke woorden waardeer ik in het bijzonder de gevoelens van aanhankelijkheid die U ten opzichte van de Dynastie en van mezelf hebt uitgedrukt. In Uw persoon groet ik gans de geestelijkheid van onze overzeese gebieden. Ik groet eveneens eerbiedig Mgr Bruniera, Apostolisch Delegaat. Van in het begin hebben de missionarissen, met een totale zelfverloochening de oproep van Leopold II beantwoord, en hebben zij in dit land de weldaad der kristelijke beschaving gebracht.
Fondée sur l'amour du prochain, Elle a largement contribué à libérer la population de la servitude morale et physique subie depuis des siècles.
Je vous demande, Monseigneur, d'être mon interprête auprès de tous nos missionnaires pour leur dire la profonde admiration que je porte à l'oeuvre qu'ils accomplirent avec tant de courage et de dévouement. Je me joindrai à vous et à tous ceux qui nous entourent pour remercier Dieu de Ses bienfaits et Lui demander qu'il protège toujours le Congo Belge et le Ruanda-Urundi.
|
|