|
| |
| |
| |
[Vervolg De Neger in de Amerikaanse Literatuur]
zakenman. Thans woont zij in de staat Georgië waar zij een opvoedingsinstituut oprichtte dat zij trouwens zelf leidt.
Steeds heeft zij belangstelling getoond voor het rassenprobleem in de States en herhaaldelijk schreef zij er over in gespecialiseerde tijdschriften voor sociale kultuur. Ook tegenwoordig bezoekt zij nog geregeld de andere Zuidelijke staten om de evolutie van het probleem op de voet te kunnen blijven volgen, en in voortdurend kontakt te blijven met het leven, de opvattingen, de zeden, gebruiken en gedragingen der kleurlingen en hun verhouding tot de blanke gemeenschap.
‘Strange Fruit’ is dan ook het resultaat van jarenlange studie en observatie, van overweging en wellicht ook van innerlijke opstand tegen toestanden die zij heeft waargenomen. Het boek is juist daarom niet alleen een bewogen liefderoman, maar groeide bovendien uit tot een waardevol document over de levensverhoudingen in de Zuidelijke staten der U.S.A. Het is een boek dat noodzakelijk spreken moet tot het verstand en het gemoed van eenieder die bekommerd is om het zo delicate probleem van het harmonisch samenleven van blanken en zwarten in eenzelfde communiteit.
Vermelden we nog dat het boek in 1948 bij Gallimard (Parijs) in Franse vertaling verscheen onder de titel ‘Etrange Fruit’ van de hand van Edith en Denise Berdonneau, vertaling waarin ook wij het boek hebben gelezen, en waaruit tevens de citaten getrokken werden die verder in dit artikel voorkomen.
| |
De geschiedenis van Nonni en Tracy.
‘Strange Fruit’ is de geschiedenis van Nonnie Anderson en Tracy Deen. Zij speelt zich af te Maxwell in Georgië, een stadje waarvan een der voornaamste ingezetenen zelf verklaart: ‘Maxwell, c'est une bonne ville, une ville tranquille, où il fait bon élever les enfants. Sauf pour quelques échauffourées et quelques coups de rasoir le samedi soir, l'assassinat d'un nègre de temps à autre, il n'y avait jamais de violence à Maxwell. Dans le sud-ouest du comité, bien sûr, il se passait encore des choses qui n'auraient pas dû arriver. A la plantation de Bill Talley, les nègres disparaissaient un peu trop souvent, comme par miracle, mais on n'avait pas de preuves et, de toute façon, personne n'en soufflait mot.’ Maar buiten dat dus een uitstekend stadje om er te wonen. In dit stille stadje heeft Tracy Deen, de zoon van de lokale blanke dokter bij toeval kennis gemaakt met het intelligente en physiek-mooie negermeisje Nonnie Anderson, die na haar universitaire studies te Maxwell terugkeerde en er nurse werd bij de Browns, die een achterlijk kindje hebben. De kennismaking tussen Tracy en Nonnie loopt op de duur uit op een geheime liaison, met het gevolg dat Nonnie na zekere tijd een kind verwacht. Wanneer Tracy dit verneemt schijnt hij ten zeerste verwonderd: ‘Tu as été à l'Université et tout ça, alors j'étais sûr que tu saurais comment ne pas en avoir.’ Nonnie houdt echter van het kind dat zij onder het hart draagt, en wil er niet van scheiden, hoezeer Tracy ook | |
| |
aandringt op abortus. Dan zal hij zich op een andere manier uit de slag trekken. Heeft men hem destijds niet gezegd: ‘Trouvez un bon nègre en qui vous pouvez avoir confiance, et faites-le lui épouser. Donnez lui de l'argent... Donnez-en aussi au nègre... Et grouillez vous, Deen, grouillez vous.’ Tracy zal die raad opvolgen en Nonnie een primitieve negerjongen trachten aan te lijmen waarin hij vertrouwen hebben kan, nl. Henry Mc Intosh, de huisknecht der Deens. ‘J'ai tout arrangé - vertelt hij aan Nonnie - j'ai tout arrangé, Henry c'est un vieil idiot, mais il sera gentil avec vous, ou sans ça je...’
Tracy zal dan zelf maar om zijn moeder en de plaatselijke dominee plezier te doen trouwen met Dorothy Pusey, een onpersoonlijk maar toegewijd jeugdvriendinnetje uit de buurt die misschien wel voor Tracy een goede huisvrouw zal zijn, hem misschien wel op het rechte spoor zal houden, en ook zijn leven wel zal weten te organiseren op de hoeve die zijn vader voor hen wil kopen, nadat de nietsnut Tracy zijn universiteitsstudies heeft opgegeven, en nadat bovendien gebleken is dat hij zich maar bitter weinig schijnt in te spannen om wat te maken van de ‘drugstore’ die men aan zijn beheer heeft toevertrouwd.
Maar de zaken nemen plots een andere wending wanneer Ed Anderson, Nonnie's broer, die voor veertien dagen van de Universiteit te Maxwell met verlof is, op de hoogte gebracht wordt van Nonnie's toestand. Steeds bezorgd om Nonnie mee terug met hem naar New-York te nemen, waar zij ongetwijfeld meer aanzien zal hebben als te Maxwell, en waar zij beslist een betrekking moet kunnen vinden die meer overeenstemt met de universitaire opleiding die zij genoot, schiet hij Tracy, in een vlaag van vertwijfeling en woede neer, waarna hij op de vlucht slaat.
En dan begint de jacht op de moordenaar. Op Ed wegen geen vermoedens; wel op Henry, die door een half gare blanke de morgen na de moord gezien werd in de buurt van de plaats der misdaad. Henry wordt om erger te voorkomen op aanraden van een vooraanstaand ingezetene, die van zijn onschuld overtuigd is, opgesloten in de plaatselijke gevangenis, maar wordt er door de heetgebakerde jeugdvrienden van Tracy uitgehaald om levend verbrand te worden. De geschiedenis loopt dan uit op het klassieke lynchverhaal dat wij kennen uit de romans van Erskine Caldwell, Richard Wright, e.a.
Voor Nonnie wordt een uitkomst in het vooruitzicht gesteld die zowel haar als de lezer voldoening moet schenken: een jeugdvriend der Andersons, de negerdokter Sam Perry, die zich na zijn medische studies uit idealisme opnieuw te Maxwell is komen vestigen om zijn rasgenoten te kunnen helpen, en die reeds sedert jaren in zijn hart een discrete liefde voor Nonnie heeft opgevat, zal haar als vrouw tot zich nemen, tenminste indien zij er in toestemt. Hij zal ook haar blankenkind tot zich nemen, en het als het zijne aanvaarden.
| |
| |
De geschiedenis is, zoals men ziet, niet zo heel oorspronkelijk, vooral niet wanneer men enigszins vertrouwd is met andere scheppingen der Amerikaanse letterkunde waarin het negervraagstuk wordt behandeld.
Wat trouwens in al deze romans van meer belang is dan het verhaal en de uitgesponnen intriges, zijn de tientallen pertinente opmerkingen die er in voorkomen, en die door de auteurs in de mond gelegd worden van hun romanhelden, zo blanken als kleurlingen, en waardoor de geesteshouding van elk van hen wordt weergegeven. De standpunten der romanciers zelve komen meestal - mits zekere nuances - steeds neer op hetzelfde: aanklacht van de discriminatie die in de Verenigde Staten, vooral in het Zuiden, heerst ten opzichte van de negerbevolking, en in het bijzonder tegen de discriminatie die uitsluitend berust op het rassenverschil. Vandaar de neiging der romanciers om zoveel mogelijk nobele negerfiguren uit te beelden, wier opvoeding, handelwijze en voorkomen gerust de vergelijking kan doorstaan met deze der blanken uit hun omgeving. Vandaar ook de neiging om nadruk te leggen op gebreken die men aantreft bij sommige blanken. Bedoelde romanciers beklemtonen bovendien in veel gevallen de onmacht der elite van de blankenbevolking om in te gaan tegen de heersende opvattingen van hun rasgenoten en hun milieu, of althans de onmacht om hun persoonlijke opvatting inzake de fundamentele gelijkheid der menselijke persoonlijkheid van blanken en zwarten te doen zegevieren.
Ook in ‘Strange Fruit’ van Lillian Smith kunnen hiervan op haast elke bladzijde voorbeelden aangestreept worden.
Het zou ons evenwel te ver leiden er enkele van te citeren, temeer daar ze aldus volledig uit hun verband zouden gerukt zijn. Wij kunnen echter niet weerstaan aan de verleiding een paar bladzijden over te schrijven uit het boek, nl. de passage waarin de negerdokter, Sam Perry, de directeur van de plaatselijke houtzagerij, Tom Harris komt vinden, opdat hij zou trachten te verhinderen dat de vrienden van Tracy Deen zouden binnenbreken in de gevangenis op zoek naar Henry Mc Intosh, die men algemeen aanziet als de moordenaar van Tracy. De passage is weliswaar lang, maar zij is kenschetsend voor gans het boek, en ongetwijfeld ook voor de zienswijze en de opvattingen van de auteur.
‘Le voilà prêt à s'humilier devant un blanc pour sauver un misérable fils d'une...
- Mr Harris, s'entendit-il dire.
- Je suis à toi dans une seconde, Sam.
- Si vous me permettez, Mr Harris, il s'agit de Henry McIntosh.
Tom Harris recopia encore un ou deux chiffres, ferma son calepin et revint à son bureau.
- Bon, Sam, alors qu'est-ce qui te tracasse.
| |
| |
En route pour la séquelle du mensonge. Autant les débiter à toute allure et prier le Bon Dieu pour que ça tienne debout. Rapidement Sam raconta la soirée du lundi, les heures passées avec Henry à jouer aux dés; Henry qui avait dormi chez lui avec les autres; ils s'étaient levés tard et Sam l'avait déposé à la porte de service des Deen.
- Ils sont après lui, Mr Harris, et il est innocent comme vous et moi. Et ça va mal aller par ici, à moins que, - Sam sourit avec déférence - à moins que vous et le cap'taine Rushton et quelques-uns des autres messieurs blancs comme vous décident de faire quelque chose. Je vous serais bien reconnaissant, Mr Harris, si vous pouviez aider...
- Qui est après lui?
- Des gens du comité pour la plupart, je pense, et quelques-uns de la ville aussi, peut-être des ouvriers de la distillerie... et d'autres encore, à ce qu'on dit. Mais les gens prétendent que c'est Mr Cassidy et Mr Talley qui sont derrière tout ça.
- Sam, dit Tom Harris avec lenteur, elle n'est pas mal ton histoire, et ça donne un alibi à Henry. L'embêtant, c'est que ça n'est pas vrai.
Pas un muscle ne broncha dans le visage brun de Sam Perry.
Tom Harris fronça les sourcils:
- Dommage que tu aies fait ça.
Le regard de Sam fixa le blanc:
- J'y étais forcé.
- Pourquoi?
- Parce qu'un nègre ne peut pas se permettre de dire la vérité. La vérité c'est pour les gens puissants. Et cette fois-ci je ne sais pas toute la vérité. Mais j'en sais assez pour savoir qu'Henry McIntosh n'a pas tué Dr Deen. Et je sais qu'ils sont après lui, et que c'est la plus grande chasse à l'homme qu'il y a jamais eu dans cette partie de l'Etat. Ils lui mettront la main dessus avant la nuit.
- Non, ils ne lui mettront pas la main dessus. Il n'y a pas eu de lynchage ici depuis dix ans. Et il n'y en aura pas aujourd'hui.
Excusez-moi d'insister comme ça, Mr Harris, mais je crains que si. Toute la journée...
- Sam, tu sais aussi bien que moi qui fait les lynchages. La racaille; les bons à rien? Toujours. Aucun blanc correct ne prend part à un Iynchage. Eh bien! La racaille ne peut pas mettre la main sur Henry. Tu sais où il est?
- Le visage rouge et soucieux de Tom Harris se dérida: - Tu sais où je l'ai caché! En prison! Pas mal, hein? Derrière les barreaux. Il est aussi en sécurité qu'un bébé dans son berceau. Je l'ai mis sous la protection de la loi. Il faut bien que la loi protège les innocents aussi bien que les coupables..., surtout quand personne n'est au courant.
| |
| |
Tom se mit à rire.
- Elle devait le faire, Mr Harris, dit Sam lentement, mais des barreaux se brisent vite quand il y a une foule devant et un nègre derrière, et les secrets se répandent facilement.
- Mais personne ne sait qu'il est là! Voilà le fait. Ils ne savent pas qu'il est là! Bientôt ils y renonceront et rentreront chez eux, si nous nous tenons à carreau. Les choses s'apaiseront d'ici quelques jours, et après à la justice pourra suivre son cours.
- Excusez-moi, Mr Harris, d'insister encore. Mais les choses n'ont pas l'air de s'apaiser. Ils ont fouillé chez chaque nègre cet après-midi. Il y a une heure des blancs faisaient le tour de mon jardin; ils son partout sans faire de bruit. Ce n'est pas la même chose que cette bande qui tirait des coups de revolver hier soir. Ça c'était les amis de Mr Deen. Mais ceux-ci cherchent quelque chose. On parle des nègres qui s'en vont dans le Nord... la cueillette... le manque de main-d'oeuvre... il est temps de leur faire voir...
Sans achever sa phrase, Sam essaye un sourire respectueux, les yeux sur le banc.
- C'est drôle quand même, ce que les gens peuvent se monter la tête. Ma femme, par exemple, Mme Harris, elle passe son temps à se monter la tête. Elle s'imagine toujours le pire, prend toujours les choses au tragique. Bien sûr, ça pourrait arriver, Sam; mais toutes les probabilités sont contre.
- Mais c'est comme ça que les lynchages se produisent, monsieur Harris. A force de croire que ça n'arrivera pas, à force de fermer les yeux pour ne pas voir, à force d'espérer...
- Je sais bien qu'il y a des lynchages... parfois. Je sais que s'il y avait eu un viol, par exemple, si une femme avait été mêlée à l'affaire, ça serait différent.
Subitement, Sam se pencha en avant. Ce n'était plus lui qui parlait, maintenant. Un autre Sam Perry avait pris les rênes.
- Savez-vous qui est en train de le lyncher? s'écria-t-il: Vous et moi! Parfaitement. Les blancs et les noirs! Les blancs corrects n'aiment pas à se mêler à ce genre de chose. Non. Et les noirs corrects non plus. Et alors nous nous bandons les yeux, vous et moi, et...
- Tu perds la tête, Sam!
- Non... j'ai perdu mon âme. Je l'ai vendue au magasin des blancs... pour un plat de lentilles. Et j'ai pris les valeurs blanches... oui! Peut-être qu'il ne vaut pas la peine qu'on se fasse de la bile pour lui; c'est un bon à rien, je l'avoue. Mais il vit, il aime se remplir la panse, il aime la caresse du soleil sur sa peau... un primitif, quoi... je ne sais pas...
Les poings serrés, Sam martelait la table à petits coups et à chaque coup la lumière jouait sur le poing brun qui frappait le bois.
| |
| |
- Mais il compte pour quelque chose, tout de même, poursuivit-il. Sa vie compte pour quelque chose. Et ils le prendront, c'est certain. Il leur faut haïr, et tuer. Les choses ne pourraient pas rester comme elles sont ici, si on ne tuait pas de temps à autre. Ça évite de tuer sa propre espèce...
- Sam, je t'ordonne de te taire. Tu parles trop!
Harris fit une pause, puis reprit:
- Je sais que c'est dur pour un nègre éduqué de vivre dans le Sud; c'est un peu comme de buter partout dans des barbelés. Je t'avais déjà prévenu; je t'ai dit de t'en aller; à Cuba, par exemple ou ailleurs où se serait moins dur pour toi.
- Je suis revenu parce que les miens avaient besoin de moi. Ils ont besoin que je sois ici. Je suis revenu, - Sam plongea son regard dans celui de son ami blanc, et se força de sourire, - parce que c'est chez moi. Il y a de quoi crever de rire! Chez moi! Je suis né ici, ma familie est née ici, mes grands-parents sont nés ici. - Il s'interrompit, regarda par la fenêtre, puis reprit: - Il y a moyen de tirer tout ça au clair, lentement, bien sûr, mais c'est possible. C'est insidieux, la pauvreté. Ça serait si peu de chose, - son regard fixa le blanc, - de nous appeler ‘Monsieur’. Ça ne vous coûterait pas un sou, ça... et ça ne peut pas vous humilier... ça...
A petits coups, le poing brun continuait à marteler la table.
- C'est des choses comme ça qui finissent par vous rendre fous... les petites choses insignifiantes... qui rongent... jusqu'au coeur... - la voix n'était plus qu'un murmure, - qui transforment un être humain, un être normal et respectable en une bête sauvage. Vous savez, - il regarda de nouveau Tom Harris - on peut tuer un homme si facilement; il suffit de lui inciser une veine au poignet, ou au cou, ou de lui assener un coup sur la nuque. Eh bien, c'est aussi facile de tuer les âmes. Mon Dieu, - le poing brun continuait son martèlement, - on supporte tout ça pendant des années et des années, et puis un jour on ne peut plus.
Sam fixa son regard dehors sur les rails:
- Et alors on se retourne contre un blanc, ou peut-être même contre un noir... un noir plus noir et plus idiot que soi, ou plus pauvre, et on le met en pièce; on voit rouge et on le met en pièces et avec lui sa propre âme, ceux qu'on aime. Tout ce qui est sacré sur terre s'écroule autour de vous...
- Sam, je t'ordonne de t'arrêter! Tu as perdu ton sang-froid... Je veux...
La voix de Sam se fit tranquille.
- Monsieur Harris, c'est la première fois de ma vie que j'interromps un blanc. J'ai perdu mon sang-froid, c'est vrai, mais il faut que ça sorte. Toute ma vie, j'ai fait des courbettes dans l'intérêt de ceux qui étaient plus pauvres que moi, qui avaient besoin d'aide. Enfin, je le croyais. Je disais: Je vais agir à la manière des blancs. Ça vaut bien la peine de lècher quelques bottes, que je disais. Dieu! Dieu!
| |
| |
On pouvait à peine l'entendre maintenant. Il regardait à travers la pièce d'un air vide. Il semblait avoir depuis longtemps oublié ce qu'il voulait dire:
- C'est pire que de mourir de faim... les salaires trop bas; pire que l'ostracisme dont nous sommes l'objet. C'est vous les hommes blancs avec votre coeur aussi aride que vos terres. Vous prenez nos femmes, vous vous en servez comme engrais, du fumier, pour faire verdoyer vos vies ternes. Ma soeur - la voix était maintenant comme le bruit du vent dans les palmiers nains, - ma mère..., la femme que j'aime; un blanc l'a prise, s'en est servi, l'a rejetée comme une ordure. Pourquoi est-ce que vous ne pouvez pas les laisser tranquille! Seigneur Jésus, pourquoi le nègre doit-il supporter ça par-dessus le marché:
Sa voix s'apaisa soudain:
- Je sais que je ne dois pas mêler Dieu à tout ça. Et d'abord un Dieu qui se respecte ne voudrait même pas...
Tom Harris sauta sur ses pieds, assena un coup violent sur la table:
- Tais-toi, espèce d'imbécile! Espèce de sacré fils de...
Une main invisible semblait aggripper son bras. Il reprit d'une voix contenue:
- Tu oublies, Sam, qu'il y a des choses qu'aucun nègre ne peut dire à un blanc.
Ces mots venaient difficilement.
Sam le fixa, ne le quitta pas des yeux. Tout oscillait tandis qu'il écoutait ces mots prononcés par le seul ami blanc qu'il eût jamais eu. Lentement, il inclina la tête sur la table. Ses sanglots ressemblaient à une étoffe qu'on déchire.
Tom se rassit. Il tripota l'encrier, ouvrit un tiroir, le referma, jeta un coup d'oeil sur la tête courbée du noir.
La voix calme, tâtonnait le long des mots, il dit:
- Sam, je n'aurais jamais cru ça de toi. Tu es toujours si équilibré, tu sais si bien tenir le milieu de la route. Je... secoue-toi, moi vieux, faut te secouer maintenant.
- C'est dur pour les noirs et aussi pour les blancs, reprit Tom après un silence, si on veut se conduire comme il faut en toutes circonstances...
Il poussa un soupir, pianota sur le bureau, réfléchit pendant quelques instants:
- Je m'en vais à la prison. Il vaudrait peut-être mieux que quelquesuns d'entre nous aillent directement trouver Talley pour régler cette affaire avec lui. Mais je ne crois quand même pas que ça aille aussi mal que tu penses. Il essaye simplement de leur faire peur. Je vais aller voir Lem, le sheriff d'abord pour vérifier si tout est en ordre à la prison. Rentrez chez toi, maintenant, reprendre un peu tes esprits. Secoue-toi! Il y a une chose qu'un homme ne peut pas se permettre, qu'il soit blanc ou noir: c'est perdre son sang-froid. Faut serrer les dents, mon vieux... Je ne t'ai jamais vu perdre la tête comme ça.
| |
| |
- Je veux que tu saches, Sam, que je suis l'ami du noir. Un homme qui veut être un chrétien, doit être juste envers tout le monde, noirs comme blancs. C'est mon opinion. Mais il faut aussi que je travaille dans le cadre qui existe ici. Suis pas un radical, moi, ni un espèce de communiste sans
Op dat ogenblik rinkelt de telefoon om Harris te melden dat het gepeupel de gevangenis is binnengedrongen en Henry Mc Intosh naar het voetbalveld heeft gesleept. Harris' interventie komt te laat. Eens te meer wordt een onschuldige neger levend verbrand.
Sam Perry had gelijk: ‘C'est comme ça que les lynchages se produisent, monsieur Harris, à force de croire que ça n'arrivera pas, à force de fermer les yeux pour ne pas voir, à force d'espérer...’
G.A.M. Vertommen
|
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd