houwwerk vereist nietwaar? Heeft U dat al wel meer voor de hand gehad? Ja, al verschillende keren. De eerste maal in 1935. Toen ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Brussel was een grootscheeps hoogreliëf vereist voor het modelstation dat bestemd was om de permanente tentoonstellingshall van de Eeuwfeestpaleizen te worden. In het atelier van professor Oscar Jespers (Professor aan de ‘Nationale Hogere School van Bouwkunst en Sierkunsten’ te Brussel en aan de ‘Van Eyck-Academie’ te Maastricht) hebben we toen met vereende krachten aan deze reusachtige beelden gewerkt. Wanneer in 1938 voor het Belgisch paviljoen van de wereldtentoonstelling te New-York een laagreliëf in ceramiek moest gemaakt worden, is dit ook in het atelier van professor Jespers tot stand gekomen. Samen met professor Puvrez hebben we daar gedrieën maandenlang aan gewerkt. Het is nog altijd in New-York te bewonderen. Alhoewel ik het er zelf nooit gezien heb, de oorlog in 1939 belette mijn overvaart, bewaar ik nog altijd met zorg twee foto's die me vandaar zijn overgestuurd.
Ondertussen hebben we samen enkele schilderijen aan de muren bekeken. Het expressionisme van een ‘Oogst in Vlaanderen’ laat nog bepaald het contact met de grote Vlaamse erpressionnist Permeke herkennen. Het dikwijls naar het wellustige overnijgende welige koloriet van de Vlamingen, het vlakke even golvende landschap met de witgekalte boerenhuisjes, de gebogen ruggen van de maaiers en de schoven bindende vrouwen, scheppen een oogstatmosfeer die in Zuid-Afrika volkomen ondenkbaar is. Ook een winterlandschap zoals hier aan de muur hangt is een verrassing. Grauwe grijze luchten overwelven besneeuwde velden, midden er doorheen vloeit somberzwart een nog niet bevroren rivier, en toch kunnen we het geheel niet troosteloos noemen, want knus op mekaar staan er de huisjes, hagenrijen verdelen de velden in kleine lapjes grond, precies zoals daar in Vlaanderen gedurende de eeuwen al maar door steeds meer mensen op onooglijke perceeltjes zijn gaan samenhokken.
In de vertrouwde sfeer van het Vlaamse landschap waarin we nu vertoeven, kom ik wat meer over zijn leven te weten.
In Borgerhout bij Antwerpen is Henri van den Brouck in 1905 geboren. Zijn eerste kunstopleiding heeft hij aan de academie te Aalst ontvangen. Daarna in Brussel bij prof. Oscar Jespers. Afgestudeerd in België vertrekt hij naar de academie te Rijsel in Noord-Frankrijk. Wanneer hij terugkomt stalt hij uit in 1934 op de driejaarlijkse kunsttentoonstelling te Gent, hoofdzakelijk met beeldhouwwerk. Hij wordt er bijzonder opgemerkt en door koning Albert I, die de tentoonstelling bezoekt, ten zeerste gelukgewenst. Kort daarop komt hij weer met de Belgische koninklijke familie in contact. Hij ontwerpt en beeldhouwt de slaapkamer van Koning Leopold III en van Koningin Astrid.
In 1936 wint hij op de tentoonstelling van de kunstacademie te Aalst, de eerste prijs met ‘Eva’, een levensgroot naakt in lindenhout. Hij heeft daarmee blijk gegeven van een artistiek gevoel en van onberispelijke arbeid van de hoogste graad, van stielvaardigheid in de oude middeleeuwse beteke-