Jan Campert-prijs
Menno Wigman heeft de Jan Campert-prijs voor poëzie gekregen. Wigman (1966) is dichter, muzikant en vertaler.
Zijn officiële debuut als dichter was in 1997 met de bundel 's Zomers stinken alle steden. Daarvóór had hij echter al verscheidene dichtbundels in eigen beheer uitgegeven en in verschillende tijdschriften gedichten gepubliceerd. In 2001 verscheen zijn tweede bundel Zwart als kaviaar. Momenteel werkt Wigman hard aan een derde bundel. Wigman is vertaler van Gérard de Nerval en Rainer Maria Rilke. Hij is ook de ‘ontdekker’ en vertaler van de Berlijnse dichteres Else Laske Schüler. Als dichter werden naar eigen zeggen zijn ogen geopend toen hij kennismaakte met het werk van Charles Baudelaire. Wigman noemt Baudelaire zijn held: ‘Als ik diep in de nacht een gedicht af heb, leg ik het voor aan Baudelaire’, aldus Wigman.
Ook is Wigman redacteur van het poëzietijdschrift Awater, dat drie keer per jaar verschijnt en een uitgave is van de Poëzieclub.
Zijn muzikale talent, dat hij in voorbije jaren heeft aangewend als drummer van bands, komt ook tot uitdrukking in zijn gedichten. Volgens poëzierecensent Guus Middag zijn Wigmans gedichten ‘perfect van ritme, klank en mooi verdoezeld rijm.’ Wie Wigman's werk kent, moet het met Guus Middag eens zijn. Collega-dichter Ingmar Heytze noemt Menno Wigman de beste dichter van onze generatie.
Menno Wigman werd geboren in 1966 in Beverwijk en groeide op in Santpoort-Zuid. Wanneer hij aan ras-amsterdammers uit moet leggen waar hij vandaan komt verwijst Wigman altijd zelf maar vast naar het beruchte gesticht dat in die plaats gevestigd was. Inmiddels woont en werkt hij naar volle tevredenheid in Amsterdam, de stad wier aanwezigheid ook doorsijpelt in de meeste van zijn gedichten.
(HL)