Eddy van Vliet
In memoriam
Dood
Dood. Heb geen angst. Talm niet
voor mijn deur. Kom binnen.
Lees mijn boeken. In negen van de tien
kom je voor. Je bent geen onbekende.
Hou mij niet voor de gek met kwalen
waarvan niemand de namen durft te noemen.
Leg mij niet in een bed tussen kwijlende
kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.
Klop mij geen geld uit de zak
voor nutteloze uren in een chique klinieken.
Veeg je voeten en wees welkom.
Eddy van Vliet (uit: de toekomstige dief)
Eddy van Vliet. Foto: Ludo Geysels
Nijhoff en Marsman gingen hem voor in de combinatie van advocatuur en dichterschap. Eddy van Vliet heeft zijn advocatenambt altijd met vuur en verve vervuld. Maar hij was eerst en vooral dichter. Deze herfst overleed hij op zestigjarige leeftijd ten gevolge van een hersentumor. Eddy van Vliet (Antwerpen 1942 - Roesselaere 2002) debuteerde in 1964 met de bundel Het lied van ik, een bundel die hij terugblikkend nogal mager noemde, maar die destijds de geboorte van een dichter aankondigde.
Van Vliet begon ooit met dichten toen zijn vader thuis wegging - de kleine Eddy was toen een jaar of dertien. ‘Het was een manier om de leegte op te vullen, om mijn emoties vorm te geven’. Dood en afscheid zijn voor elke dichter belangrijke thema's, meende Van Vliet. ‘Dichten is een manier om de dood onder ogen te zien, om de dood een loer te draaien. De mooiste liefdespoëzie schreef ik ook juist als de droom voorbij was.’
De dichter onderhield nauwe vriendschapsbanden met andere dichters als Paul Snoeck en Benno Barnard. Zijn laatste bundel dateert uit 2001 en is getiteld Vader. De bundel bestaat uit kwatrijnen over de vader-zoonverhouding.
Naast dichter was Van Vliet ook een gerenommeerd bloemlezer. ‘Dat was de beste les in bescheidenheid die je kunt krijgen. Al die grootheden die je al lezende tegenkomt.’ De meest recente bloemlezing die door Van Vliet werd samengesteld is ‘Geen dag zonder liefde’ uit 1995, een keuze van 365 gedichten uit honderd jaar Nederlandstalige liefdeslyriek.
(HL)