Arsenaal. Jaargang 3(1947)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] In Memoriam F. Adriaenssens. Ik ken niet uw gelaat noch ken ik uwe blik noch het vertrouwde van uw uiterlijk verschijnen maar van uw jonge hart ken ik zeer vele lijnen en van uw diepste zijn meer dan één ogenblik. Ik zal u nimmer zien en naar uw stem nooit luisteren nu gij reeds vroeg verstomd ligt in de blinde grond, maar lang nog na uw dood zal treuren op mijn mond de klank van uwe naam in een verbeten fluisteren. Want gij zijt van mijn ras en 'k kan het niet verkroppen dat u de dood kwam maaien en ik machtloos ben. Eens moeten wij er aan en breekt zijn grijns onz' pen maar eerst willen we stijgen, duizlend naar de toppen. Erik Van Ruysbeek Vorige Volgende