Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aan God 'k Wist weer die grijns op mijn gezicht En kon mijn zonden niet belijden. Wanneer, mijn God, zal 't hemels Licht Van hel en duivel mij bevrijden? 'k Heb U gemeden, 'k was nog kind, Al wou ik immer naar U schrijden, Ik heb geleefd, gefaald, bemind, Gebraakt van walg, gesmeekt om lijden... En zo 'k dit lijden heb gekend Zal ik dan dichter tot U komen? Of houd ik nog 't gelaat gewend Naar hem die 'k noem: ‘Mijn God van dromen?’ Is 't waarlijk al aan mij verspeeld? Of: zo uit pijn wordt kracht geboren En 't bloedend Hart mijn wonden heelt Straalt als het licht bij 't ochtendgloren Door donkre nachten heen: Uw Beeld? Willy Biliet. Vorige Volgende