Arsenaal. Jaargang 1
(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 236]
| |
Want zie ik meisjes, velden, bloemen,
en springt de jeugd in mij weer op,
ik hang van blad tot bloem te zoemen
en in mijn keel ontzwelt een krop.
In wie ik kus zal ik vinden
een meid als jou, een wilde mond.
En in die droom wil ik ontbinden,
zoo wordt het leed snel afgerond.
En schrei nu niet dat ik ga loopen,
je hebt aan mij niet veel gehad.
Zoo hier, als daar waar ze me slopen,
draait ook van 't leven 't volle rad.
Remi Boeckaert.
|
|