Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Harders-zang. Stem: Wanneer de Zon zyn Paarden ment. of De Zon rees naauw ter kimme uit. ACh, of deez Lent mogt eeuwig staan Die zoo veel vreugden stigt! Ik zie nu alle kruid' opgaan, En 't helder Zonne-ligt In grooter glorie pralen, Als het nu onlangs plag, Doen ik 't aan d'Hemel zalen Veel doover leggen zag. 2.[regelnummer] Ach! of ook liefdes zoete brand De Lente van ons hart, Gedurig bleef in 't welig land Met haare zoete smart, Wat zyn de purpre Weyen Met al haar schoon çieraad, En groenende valleyen, Zoo zy daar niet in staat. 3.[regelnummer] Hoe edel is de aardigheid Daar gy u in vertoont Te regt heeft u de reed'lykheid Voor een Godin gekroont, Gy doet veel lompe zinnen Het groene Lauwer-blad Door snege vaarzen winnen, Dat anders niemant had. [pagina 123] [p. 123] 4.[regelnummer] Gy rukt wel Konings kroonen zelf Tot zagte Harders staat, Uyt haar doorlugtige gewelf, Het geen vol zorgen staat, My hebt gy zoo verheven Door vaarzen hoog van snaar, Dat ik zal eeuwig leven Schoon ik ten grave vaar. 5.[regelnummer] Maar vind m'ooit droefheit in de min Die is weêrom verzoet, Door al de lust die ons daar in Zoo eyndeloos ontmoet. Zag ik de lonkend' oogen Van myn beminde maar Eens stralen met mêdoogen, Geen droefheid viel my swaar. Vorige Volgende