Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Air in muziek. Stem: Repicave las campanilia. Coridon KLaare Beken noch Velde zoet van geur Verheugen nooit een hart dat deur en deur Van liefde gloeid, 't en zoekt niet als getreur, Wie doofd de minne haar koortzen, en toortzen Haar vlamme tot den hoogen Hemel klimd, Zy rukte ter neder Het geen in blydschap tot de starren glimd. Hylander. De Aardze hulp, noch overwyze raad, Noch purp're Velden, overzoet çieraad Verdryven liefde die ter harten harten gaad, Myn tong, en zinnen verstommen, ja brommen Alleen een redeloos geluid. Ik weet Nu niet te zingen Laat u eens hooren, ô beroemd poëet. Coridon. Ik zal myn snaren dan op uw bevel Tot droevig zingen stellen, maar verzel My met uw held're galmen, en vertel De stof. Want ik ben gantsch t'ende, d' ellende Verrukt my dat ik niet als met geklag En zilte tranen Rampzalig uiten kan en roepen ach. Hylander. Zing de liefde, en hoe Silviaâs beeld Dat eeuwig in ons droeve zinnen speeld, Ons 't hart gewillig uit den boezem steeld, Of 't geen gy eer in de valleyen, de ryen [pagina 121] [p. 121] Zongd, toen u yder daar zoo hoog vereerd' Wanneer uw vaarzen Daar als Apollo's digten zyn geëerd. Coridon. Daar zyn geen Leeuwen noch Tygers wreed van aard, Of wierden door ons klagen wel veraard, Doch daar den Hemel niet aan heeft gespaard Die 't alles kan doen vonken, door lonken, Die 't aller keurelykste roosje tart, Die blyft alleenig Voor onze klagjes als een steen verhard. Hylander Veld-Godesje, die door uw hoog verstand Gezeid werd d' eer te zyn van 't gantsche land, En 't koelste hart door jeugdig schoon vermand Laat maar uw zoete gezigjes, en ligjes Eens stralen op den Harder die vergaad, In uwe liefde Op dat hy zig in uw gezigt verzaad. Vorige Volgende