Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Zang van een harderinne speelende op een harp. Stem: Couronte mon coeur. HEl-schynend Zon-ligt, voer uw straal, En rad'ren voort, op dat dees duist're aardsche zaal Verligt werd, en ik, die van liefde dwaal Vertroost in dees angstvalligheid, Die my zoo bang op 't min-ziek hartje leid, Apoll' die 't alles door uw glans vervreugd, Vergun dat ik daar ook in zy verheugd. 2.[regelnummer] In dit vermakelyk gehugt, Daar niemand ooit dan om vermaak in heeft gevlugt, Daar kerrem ik, en zugte zugt op zugt, Beklagende, dat hy nu lagt, En my vergeet dien ik eerst heb veragt, Den min verandert dus in haat, En straft die zig te buiten gaat. 3.[regelnummer] Amyntas uw lieftalligheid Was ooit zoo groot als nu is uwe bitzigheid, En zoo vermetelen meineedigheid. Ah wilt gy dan dat uwe pyn Ooit zal met weder-min begunstigd zyn? Zoo wensch ik maar te sterven in Een teiken van myn trouwe min. 4.[regelnummer] Maar neen, 'k zal liever leven wat Ik ly, ô myn vermaak, en hoop 'k zal denken, dat 't Van u koomt. En al ben ik afgemat In lyden, zal ik 't evenwel Geduldig om u dragen. Ey verzel [pagina 113] [p. 113] Alleen u straf met gunste, mag Ik dat ook van u hoopen? ach! 5.[regelnummer] Of gy wêer leed' 't geen my nu plaagd! Doch niemant hoord 't geen myn bedrukte ziele klaagd Ik wil niet, dat de gantsche wereld waagd Van dit verdriet, en spot met myn, 't Zal op geen schors, of boek geschreven zyn, Daar 't yder leest, ik klaag de wind, Die deze galmen straks verslind. Vorige Volgende