Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Kusjes van Leander en Rozemond. Stem: Wanneer de Zon in 't Morgenroot, O Liefde, Liefde, schei eens uit. ALs ik my spiegel in 't gezigt Van Rozemondjes ooges, Hoe lieflyk straalt dat morgenligt, Vol Goddelyk vermogen! Een kusje noopt, met diep ontzag, Haar mond ten vriendelyken lag, (Met geur en kleur door mengeld) Wanneer de min ons, t'elken stond, Vrywillig Ketend mond aan mond, En ziel aan zieltje strengelt. 2[regelnummer] ô! Bron van 't alderzoetste zoet, ô! Voedster van de herten, Die door uw kragt den Minnaar doet Verheugen in zyn smerten; Hoe stroomt uw mond van levens vogt; Myn Lief, ach! dat Leander mogt Zig in uw' Nectar baden! Hy liet u nimmer ongekust, Al schoon zyn lust, door nieuwe lust, Zig nimmer zou verzaden. 3.[regelnummer] Het Beitje, dat de Bloempjes plet, Zoog uit de kragt der Kleuren, Van Roos, Narsis en Fiolet, Nooit aangenamer geuren, Uit Roozemondjes zieltjes zweeft; Een geur die Thym en Nardus geeft, En op haar Lipjes spreijen Den Nectar en het Ambrozyn Een Hemeldauw, ô! Marzepyn, ô! Zoete Lekkernyen. Vorige Volgende