Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva(1741)–Anoniem Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Vrysters minne-klagt Over 't afsterven van Haar minnaar. Stem: Van de Herder Piramus. 1. O Dag! ô blyden dag, Heb ik gevonden, En doen ik myn Trouw aan hem had Verbonden: Den Herder Piramis, Lyt in een Wildernis: Langs een klaar Waterkant: Daar Rust hy op zyn hant, 2. Ik wil hem niet verstoren in zyn slapen: Hy is vermoeyt en lyt om Rust te rapen: Slaapt Herder, slaapt gerust, Tot dat gy uwen Lust: Zult hebben doorgebragt, Alwaar het een helen nagt: 3. Daar mê zo wil ik dan myn Schaapjes wyde: En wakker maken, eer ik van hem schyden: [pagina 15] [p. 15] En siet myn droevig Hert, Dat barst van Minne-smert, Myn Schaapjes alle gaar, Adjeu Ik volg hem naar. 4. Cupido gy heb myn Hert; en Ziel bedorven, Uyt Minne-Brandt; Is hy alleen gestorven: Myn dunkt ik sie zyn bloet, Gestort onder de voet, Ik beef van schrik en schroom, Als ik aan zie de Boom. 5. Den Boom daar hy aan lag, vol van Genugten, Die brogt ons voort heel aangename Vrugten; Den Boom staat altyt Root, En brengt zyn Vrugten voort, Dat hy besproeyt nu is: Met Bloet van Piramis. 6. Met zynen degen dan, wil ik myn doorsteken; En met myn Hant, wil zyn doot wreken; En schryven op zyn Graf, Met grote Letters af, Harder en Harderin, Is gestorven door de Min. Vorige Volgende