Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Mars van Marlbourg.KOm, Lekker neusje repje ras,
Wilt ge in den Hemel zyn:
Kom ruik dees Goden-Ipekras.
't Is muskadelle wyn;
Gewassen in't Toskaans gewest,
Geteekent met drie dubbel EST;
Ruik, ruik, ruik, ruik, ruik
Maar eens aan deze kruik.
Banielje zult gy speuren
Kaneel-en Amber-geuren.
Kom Lekkerneusje waar gy zyt,
Verlies, verlies geen tyd.
2. Ik wensch, als Kloris van dit nat
In 't geurig mondje neemt,
Dat ik nog duizend neuzen had
Voor die Molukse beemd'!
In dien reukhof van Attalus
Ruik ik heel Ambon, als ik kus,
| |
[pagina 69]
| |
Besproeit, besproeit, besproeit
Met Balsem, wat'er groeit.
Hier zuld gy, na ik reken,
Met my jupyn gaan smeeken,
Dat hy terstont van hooft tot voet
Ons Neuzen worden doet.
|
|