Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Voorbericht aan den Leezer. WY vinden ons op nieuw verpligt, O Lezers, om een Complimentje By wyze van een Voorberigt, Te plaatsen agter 't Tytelprentje: Om u te danken voor u gunst, In't koopen van dit Werk bewezen: Waar door gy ons geringe Kunst En moeyt' ten hoogsten hebt gepresen. Want buiten winst of and're reen, Zoo krygt geen Digtkunst nieuwe kragten; Ten waer hy ziet, dat het gemeen Genoegen neemt in zyn gedagten. Dit strekte ons dan op nieuws een Spoor Om onbekommert voort te varen Met meerder yver als te voor': Wy spannen dan met lust de Snaren En off'ren u dit naageregt; Waar in men zelf op yder blaadjen Iets vind dat keurig is en Egt, Gekipt uit Phoebus beste Laatjen. Bestaande dit ons Tweede Deel Uit Zangen, noit bekend te vooren. Behaagde 't Eerste u wonder veel, Dit zal niet minder u bekooren. Hier is een tastelyk onderscheid [pagina 6] [p. 6] In Zangen, die met Geest en Oordeel Gemaakt zyn. Weg! de vuyligheid, Door baatzugt zaam geraapt om voordeel. Wanneer een Lied is zaam geschikt Uit vuile of ongebonden reden, Waar voor een zedig meisje schrikt; Behoorde 't noit te zyn geleden: Want schoon het wysje vrolyk gaat En Jonker Losbol daarom lagten, Het kwaad blyft egter altyd kwaad: Men moet zig voor den schyn zelfs wagten. Maar als een Zangstuk leerzaam is, En met iets geestig is doorweven, Verkwikt het de geheugenis: Het doet de Vrolykheid herleven. De Zangkonst is ons door de Goon Voorzeker tot Vermaak gegeven: Om door die toverende toon De bitterheden van dit Leven Te temp'ren met wat soetigheid, En onze geesten te verfrissen: En dat'er nuttigheid in leid, Is blykbaar en dat kan niet missen. De Fransen, sonder Tegenspraak, Verstaan het konsjen om hun Vrinden Voor kleine kosten met vermaak t'Onthalen? want zoo haast zy vinden Dat hunnen Dis is slegt bereid, Zoo weten zy die sob're Zaken Straks door een Air vol geestigheid, Of koddig Drinklied, goed te maken. Een Arbeidsman, die in het sweet Zyns aanschyns 't daaglyks brood moet winnen, Vergeet al zingende zyn leed, En paait daar door zyn arme Zinnen. [pagina 7] [p. 7] In't Endt, wat diend'er meer gezeid? (Zey Cats) men ziet zelf dat de kind'ren, Die veeltyds door hun nagt-gekryt, Een eerlyk Man den slaap verhind'ren; Niet zelden raken in hun rust, Op 't zagt gestreel der maatgeluyen, Waar mee des Moeders stem hun sust En lieflijk weet in slaap te zuyen: Maar boven al de Zangkonst geeft Ons middel, om het hart te dwingen. Wanneer een minnaar't voordeel heeft Van met een fraye stem te zingen, In't byzyn van zyn Zielvorstin En haar een deuntje voor mag kwelen, Dat teder uytdruckt zyne min En vloeyend is in alle deelen; Gebeurd dikwils, dat haar hert (Verzagt door de verliefde toonen) Geraakt en aangedreven werd, Om hem met wedermin te loonen. Het lust CUPIDO altemet Op't zoet gefluit der Minnezangen De Jonge Luy in't Vinkenet Der liefde onverhoeds te vangen: Gelyk als Orpheus eertyds dee, Die 't wilt gedierte wist te temmen: En maakten Rotsen zelf gedwee Door toverklank van lier en stemmen; Dog waar toe ons dus uitgeput, Om U die zaken te bewyzen? Elk kend alreeds 't vermaak en 't nut. Des hoef ik 't werk niet te pryzen. Gebruik het slegs met vrolykheid Om uwen geesten te vermaken. Indien geen nutter bezigheid. [pagina 8] [p. 8] Uw raad dit tydverdryf te staken. Maar zagt ... ik hoor alreeds de REY Der brave Jeugd met blyde klanken APOLLO door een Melody Voor zyne KERMIS-GIFT bedanken. Vorige Volgende