Apollo of Ghesangh der Musen(1615)–Anoniem Apollo of Ghesangh der Musen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Sonnet. MEvrouw wel hoe? wat nut sal u het weygren geven, Als van u fiere moet den tijdt de vleughels cort, En dat de roosen root en lelijen verdort Van uwe kaken zijn, o Sonne van u leven? In wat verdriet en anghst sal dan u ziele sweven Als’t root corael uws mondts in bleeck verandert wort? En dat de gaven die soo mildt in u ghestort Waren door de natuer, u sullen zijn ontdreven. En als ’tgout-dradich hayr, gekrult, gevlecht, gespreyt In grijsheyt gantsch verkeert, en dat de gladdicheyt Vws voor-hoofts is beset met veele rimpels breedt? Niet anders als berou van u verloopen jaren, Die met verdriet en smert u ziel sullen beswaren, Om dat ghy jeucht noch tijdt niet recht en hebt besteet. Vorige Volgende