Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2
(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
BrandarisGa naar voetnoot*)Het geraas van planten
in de dorre wind
in een vallei ver boven de zee
een stille eenzaamheid
van steen en wolken
waar ik zo graag van droomde
bestaat daar boven
Ik heb er niet gespeeld
alleen gezeten
alles zweefde daar
ik dacht nog
van het moeilijke dalen
naar de zee
Ik hoorde hier niet thuis
en zag toe
ik wou dat ik hier
kon blijven
overnachten
dicht bij de maan
en de eerste die in de zon wakker werd
Als ik straks dalen ga
rollen de stenen naar beneden
ik ben zo moe en zo bang
om voort te gaan
waarom kan ik hier niet blijven
zo rustig is het nergens
de wind zoemt
langs de toppen van de rotsen
| |
[pagina 108]
| |
en brengt zo nu en dan
het schreeuwen van de vogels
in de bomen daar beneden
zelfs een schot van de jager
een echo wordt gefluister
in de bergen
Ik wou dat ik elk plekje kende
in de verte
|
|