Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Verval Aan een zeer vermoeide krater bloeien felle kleuren en het vuren van de wortel diep beneden niet gerept gaat gedurig verder vreten de spanning pleit niet voor de onrust die hier broeit Wanen mensen zich te zien boven deze hete massagolven van vereenzaamd valse moed hebben wij niet eerder al geweten dat het spreken grijnzen doet de eigen kille wezengloed wij zijn lichten die niets raken Uit het vuur zijn wij gekomen en duren in het vuur weer voort onze vreemde vader vreest in het eigen kind een kribbedier lege liefdesdromen blijven dor en baren in het niets gebrek aan denkinstincten Vorige Volgende